Hij werkt nu bij een tandartspraktijk. Vijf dagen per week. Niemand hier weet dat de jonge receptionist elke dag met angst in zijn lijf zijn huis verlaat. Malek (19) schrikt snel. Op z’n mobieltje komen nog steeds bedreigingen binnen. Maar Malek is geen onschuldig slachtoffer. Het verhaal van deze jonge drugsrunner is allesbehalve zwart-wit.
‘Ik heb veel jeugdinstellingen van binnen gezien. Al vanaf mijn twaalfde woon ik eigenlijk niet meer thuis’
Hij heeft even nagedacht, waar moet hij zijn verhaal beginnen? Toch maar terug naar zijn jeugd. Een warm thuis had hij niet. ‘Mijn vader was nogal agressief’, klinkt het onderkoeld. De situatie liep thuis dusdanig uit de hand dat zijn moeder met haar drie jonge kinderen naar een blijf-van-mijn-lijf-huis vertrok. ‘Voor haar veiligheid gingen we naar een plaats in het noorden van het land.’
De toen 12-jarige Malek vond die opvang helemaal niks. Hij besloot – tot wanhoop van zijn moeder – toch bij zijn vader te gaan wonen. Maar dat bleek geen succes. ‘Daar kon ik niet blijven.’ Bij zijn moeder in de opvang was ook geen optie. Hij kwam in een jeugdinstelling terecht. ‘Ik was er het liefst zo min mogelijk, accepteerde geen hulp en liep heel vaak weg.’ Malek was teruggetrokken, boos. Hij was veertien toen hij voor het eerst in aanraking kwam met de politie. Winkeldiefstal.
PREVENTIE
Video: Ahmed Marcouch, burgemeester Arnhem
Jongeren die gedwongen een bankpas afstaan of onder dwang als drugskoerier werken. De gemeente Arnhem begon in 2019 al met voorlichten van middelbare scholieren over criminele uitbuiting. ‘Mensenhandel maakt levens kapot’, zegt burgemeester Ahmed Marcouch. ‘Daarom is het zo belangrijk dat leerlingen én professionals bewust worden gemaakt van de gevaren van criminele uitbuiting. Het herkennen van de signalen is de eerste stap.’
Het was het begin van een flink aantal vergrijpen. ‘Altijd diefstal en zo. Met drugs hield ik me niet bezig. Ik gebruik zelf ook niks, ook geen alcohol.’ Hij ging van de ene naar de andere instelling. Open instelling, gesloten instelling. Contact met politie, jeugdreclassering, taakstraf en nu Reclassering Nederland, die voor volwassenen.
Twee jaar geleden keerde hij terug in de stad waar hij opgroeide. Hij kwam er al snel een paar jongens uit zijn oude buurt tegen. ‘Aardige jongens. Met een van hen raakte ik goed bevriend. Ik wist wel dat hij in de drugshandel zat. Ik zag hem vaak, vertrouwde hem echt en dat doe ik niet zo snel.’
‘Wat kon er mis gaan?’
‘Na maanden slijmen’ kwam dé vraag. Of Malek een keer drugs wilde afleveren in België? ‘Ze hebben me echt ingepalmd.’ Maar Malek besloot de kans te wagen. Wat kon er misgaan? Volgens zijn vriend was het appeltje-eitje. Hoeveel geld hij ervoor kreeg? Malek haalt z’n schouders op. Het achterste van tong laat hij vandaag niet zien.
SIGNALERING
Meike Lommers
Expert criminele uitbuiting, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
‘Realiseer je dat zo’n lastige jongere ook slachtoffer kan zijn. Hij of zij komt misschien uit een crimineel nest, zit vast in een groot crimineel netwerk.’
Meike Lommers is expert op het gebied van criminele uitbuiting en criminaliteit binnen familienetwerken en werkzaam bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Lommers, die bij veel gemeenten ‘over de vloer komt’, weet hoe complex de strijd tegen ondermijnende criminaliteit, zoals criminele uitbuiting, is. Veel hangt af van samenwerking tussen professionals, van politieke wil, het gevoel van urgentie en financiële ruimte. Eenvoudige oplossingen zijn er niet.
‘Wie wegkijkt bij een niet-pluis-gevoel houdt uitbuiting in stand’
‘Maar gemeenten zijn echt hard aan het werk en durven nu ook hardop te zeggen dat bij medewerkers allerlei niet-pluis-gevoelens leven maar dat ze in veel gevallen de vinger nog niet op de zere plek kunnen leggen.’ En dat is niet vreemd. Ondermijnende criminaliteit is, weet Lommers, nu eenmaal een ‘wicked problem’ dat zich in verschillende fenomenen zoals criminele uitbuiting uit. Denk aan een mevrouw met een uitkering die op haar zolder hennep laat telen en vervolgens verstrikt raakt in een crimineel netwerk.
Criminele uitbuiting is volgens de adviseur nog een van de meest onderbelichte vormen van mensenhandel. ‘Criminele uitbuiting begint met het herkennen van slachtofferschap en dat vraagt veel van professionals. We hebben het over jongeren of jongerengroepen waar vaak al van alles mee aan de hand is. Een verleden in de jeugdzorg, schoolverlaters. Hulpverleners raken soms gefrustreerd omdat hun aanpak niet lijkt te werken. Het is helemaal complex wanneer ze uit een familie komen waar criminaliteit van generatie op generatie overgaat. Hoe slaag je er dan in om zo’n jongere een ander toekomstperspectief te bieden?’
Eigen normen
Een lastige opgave, waarbij professionals niet alleen tegen eigen normen aanlopen maar ook tegen de werkwijze van hun organisatie en methodieken. Voor jongeren die verzeild raken in criminele jeugdgroepen is maatwerk en aansluiting bij de interesses van de jongeren belangrijk. ‘Deze jongeren hebben al vaak genoeg gehoord wat ze niet goed doen. Ze moeten juist weer gewaardeerd worden, positieve verhalen horen.’
Ze vertelt over een succesvolle aanpak in Tilburg waar jonge drop-outs een alternatief schooljaar wordt aangeboden. ‘Gericht op de passie van de jongeren zelf, met heldere afspraken en dat werkt. Dan spreek je echt over preventie.’
Voor jongeren, die opgroeien in een criminele familie, is een andere aanpak nodig. Lommers: ‘Ten eerste moeten alle professionals beseffen dat ze een opdracht hebben in het signaleren van criminele activiteiten. Er zijn genoeg hulpverleners die wegkijken wanneer ze iets zien wat niet klopt, bijvoorbeeld iemand heeft een dure auto voor de deur staan maar geen inkomen. Als je wegkijkt, ben je aan het faciliteren en hou je de situatie in stand.’
Lommers adviseert professionals om dit soort situaties te bespreken in bijvoorbeeld het Zorg- en Veiligheidshuis. ‘Daar kunnen werkafspraken worden gemaakt. Hoe kan de politie-inzet samengaan met de zorg?’
Drangtrajecten
In een aantal gemeenten heeft het CCV ook zogeheten drangtrajecten begeleid. Bij criminele families ontbreekt vaak de motivatie om andere keuzes te maken. Lommers: ‘Er is sprake van andere normen en waarden, ook bij de kinderen die in zo’n gezin opgroeien. Criminaliteit is volledig genormaliseerd. In een drangtraject wordt het patroon doorbroken door iets te geven maar ook inzet op te dringen.’
Ze geeft het voorbeeld van een hennepkwekerij die in een woning wordt opgerold. ‘Het pand zou normaliter ontruimd worden, het huurcontract worden opgezegd. Maar dat doen we in zo’n traject niet.’ Alleen strafrechtelijk vervolgen doorbreekt het criminele patroon volgens Lommers niet. ‘Integendeel, de situatie verslechtert vaak juist en dan lijkt criminaliteit het enige alternatief. In een drangtraject komt het huurcontract het komende half jaar op naam van de gemeente te staan en worden de familieleden begeleid naar werk, school. Houden ze zich niet aan de afspraken dan verliezen ze het huis. Heel helder: duidelijke doelen, strakke afspraken. En dan zie je dat er verandering komt.’
‘De agent vroeg me: wie is die grote garnaal? Maar ik heb niets gezegd’
Maar het zat Malek niet mee en hij liep in België tegen de lamp. Hij was net achttien geworden. Hij werd aangehouden en veroordeeld tot een jaar. Hij moest zeven maanden zitten. ‘Ik heb echt schrik van de Belgische gevangenis gekregen. Je zit bijna 23 uur per dag in de cel, het eten is er verschrikkelijk, de eerste paar nachten lag ik met een matras op de grond.’ Hij schudt zijn hoofd. Hij was niet de enige Nederlandse drugskoerier die daar vastzat. Malek kwam veel meer jonge landgenoten tegen. ‘De agent vroeg me nog naar de “grote garnaal” die achter het transport zat, maar ik heb niets gezegd.
Het waren zeven lange maanden. Terug in Nederland stond hem nog een verrassing te wachten. Hij had nog een taakstraf open staan en die was inmiddels omgezet in vervangende hechtenis. Malek zat opnieuw vast. Toen hij weer vrijkwam, zocht zijn oude vriend hem al snel op. ‘Hij was zo aardig, leek echt blij om me weer te zien. Over die straf in België zei hij niet zoveel. “Balen man.” Maar we trokken weer veel samen op. Hij nam de tijd om me te paaien en op een gegeven moment vroeg hij of ik weer naar België wilde gaan. Ik weigerde, ik wilde echt niet nog een keer daar vast zitten. Toen ik weigerde, veranderde zijn toon.’
HANDHAVING
Bernice Burggraaf
Toezichthouder, Reclassering Nederland
Vincent de Noord
Toezichthouder, Reclassering Nederland
Jongeren die hun bankpas uitlenen of die in ruil voor dure merkkleding een pakketje wegbrengen. ‘Het begint vaak heel onschuldig, ze zijn meestal niet in staat om de gevolgen te overzien.’
Tassen van Louis Vuitton, een jas van Canada Goose van meer dan 1.000 euro. Toezichthouder De Noord weet heel goed wat er populair is ‘op straat’. Hij en zijn collega Bernice Burggraaf bij Reclassering Nederland hebben in hun werk dagelijks te maken met jongeren die het verkeerde pad zijn opgegaan. Het snelle geld lonkt. Vakkenvullen bij de Albert Heijn hoort daar niet bij. Criminelen maken daar handig gebruik van. Ze zijn uiterst bekwaam in het ronselen van jongeren als geldezel of drugskoerier.
De Noord: ’Deze bendes zijn zo gehaaid en zo krijgen ze het dus voor elkaar dat een jongen zijn pinpas en pincode overhandigd of dat ze zelfs samen gaan internetbankieren. Later zijn deze jongeren helemaal verbaasd wanneer ze verdacht worden van oplichting en witwassen en de politie ineens voor de deur staat.’ De echte criminelen blijven buiten beeld.
‘Deze bendes zijn zo gehaaid’
Geldezels
De oplichters verkopen soms online spullen op Marktplaats, de kopers storten het geld op de rekening van de geldezel, zonder dat de beloofde producten worden geleverd. In Drenthe werden op het terrein van een GGZ-instelling zelfs ‘geldezels’ geronseld. De dader vertelde in een rechtbank hoe eenvoudig hij slachtoffers met allerlei beloftes om de tuin leidde. De aandacht voor criminele uitbuiting en cybercrime groeit. Bij politie, justitie, het jongerenwerk en Reclassering Nederland. En ook schoolbesturen krijgen er steeds vaker mee te maken.
Uit een onderzoek van het CKM (Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel) bleek eerder dit jaar dat veel middelbare scholen zich zorgen maken over leerlingen die door criminelen worden geronseld. Vaak gaat het om jongeren die gedwongen worden tot drugshandel. De Noord: ‘Scholen moeten hier echt alert op zijn. We werken als Reclassering meer en meer gebiedsgericht, zodat we professionals en agenten in de wijk goed kennen en bepaalde signalen kunnen delen.’
De Noord en Burggraaf begeleidden ook drugskoerier Malek. Burggraaf: ‘Deze jongen is een slachtoffer geworden van zijn eigen gedrag. Hij zal heus niet alles vertellen, maar zijn angst is wel reëel. De eerste keer dat hij hier een afspraak had, wilde hij eigenlijk niet meer weg. Zo bang is hij.’
‘Het is een heel grijs gebied tussen dader en slachtoffer’
Veel jongeren houden uit angst hun mond. Ze zijn natuurlijk zelf ook de fout ingegaan. Burggraaf: ‘Dat maakt criminele uitbuiting ook zo lastig, het is een heel grijs gebied tussen dader en slachtoffer.’
De Noord knikt. ‘We proberen natuurlijk in de periode dat iemand onder toezicht staat vertrouwen op te bouwen. Dat lukt niet altijd. Er zijn er ook die zeggen: ‘He broer, ik ga jou, de politie of justitie helemaal niets vertellen.’
Malek hield voet bij stuk. Hij wilde uit de handel stappen en nam afstand van zijn vriend. Maar dat was niet de bedoeling. Die had niet voor niets zoveel tijd in de jonge drugskoerier geïnvesteerd. ‘Hij liet me niet los. Op een gegeven moment zat ik bij een vriendin in de auto. En op een verlaten weg werden we klemgereden door een busje. Hij was het, met een aantal maten. Ik werd uit de auto gesleurd en in het busje geduwd. Die vriendin bleek hem ook te kennen, dat wist ik echt niet. Zo hebben ze me er ingeluisd.’ Hij werd naar een huis gebracht, opgesloten en later in elkaar geslagen. ‘Zeker twee uur lang. Het deed overal pijn.’ Niet eerder was hij zo bang. ‘Deze gast is echt niet normaal. Zo berekenend. Op een heel slinkse manier heeft hij dit aangepakt. Hij nam z’n tijd, weet je.’
‘Hij begon te dreigen, te slaan’
Bij toeval werd Malek door de politie gevonden. ‘Een buurman had vanwege de harde muziek de politie gebeld. Er stonden twee agenten voor de deur. De eigenaar van het huis was er niet en de agenten vertrouwden het niet helemaal. Even later kwamen ze weer terug en vonden mij – met mijn gezicht helemaal kapot – in die kamer. Ik gaf expres een valse naam op, zodat ze me naar het bureau mee zouden nemen.’ In de politiewagen vertelde hij wie hij was en wat er was gebeurd. ‘Ze geloofden me en hebben me meteen naar het ziekenhuis gebracht.’
Malek denkt dat hij drie dagen gegijzeld is geweest, maar zeker weet hij het niet. ‘Hij wilde me eigenlijk pas laten gaan wanneer die verwondingen, de zwellingen in mijn gezicht, niet meer te zien waren. Wanneer mijn gezicht er weer normaal uit zag. Dat heeft zeker twee weken geduurd.’
OPSPORING
Sander Lankester
Teamchef AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) Noord-Holland en voorzitter landelijke vakgroep specialisten mensenhandel
Meer mankracht voor opsporing. Duizenden politieagenten die worden getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel.
Al die extra inzet en aandacht moet de komende jaren vruchten afwerpen, stelt teamchef Sander Lankester van het AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) Noord-Holland en voorzitter van de landelijke vakgroep specialisten mensenhandel.
‘Slachtoffers worden online aangeboden’
Het merendeel van de zaken die het AVIM onderzoekt, gaat over seksuele uitbuiting. ‘Maar ook zaken rondom criminele uitbuiting. Vaak complexe zaken omdat niet altijd duidelijk is wie dader of slachtoffer is’, zegt Lankester. Het is volgens de teamchef daarom belangrijk dat agenten met burgercontacten getraind worden in het herkennen van signalen van mensenhandel. ‘Bij criminele uitbuiting – denk aan gedwongen winkeldiefstal of drugskoeriers – komt iemand vaak toch in eerste instantie als verdachte in beeld. Dan is het zaak om goed door te vragen.’
Moraal
Lankester en zijn collega’s worden regelmatig geconfronteerd met een ‘verschuivende moraal’ onder jongeren. ‘Er komen bijvoorbeeld meldingen binnen over seksuele uitbuiting binnen criminele jeugdgroepen. Maar uit ons onderzoek bleek dat er sprake was van ruilseks, een vreemde vorm van dienstverlening. Seks voor nieuwe spullen. De jongeren hadden daar zelf echter geen enkele moeite mee. Dat is lastig. Hebben we te maken met verschuivende normen en waarden? Wat is er dan strafbaar?’
‘De vraag is of het wetsartikel mensenhandel nog wel van deze tijd is’
Het artikel 273f dat mensenhandel strafbaar stelt, is het langste artikel in het Wetboek van Strafrecht en dat geeft meteen de complexiteit aan. Het valt in de praktijk vaak voor het OM niet mee om een zaak rond te krijgen en daadwerkelijk mensenhandel te bewijzen. Ook het AVIM loopt daar tegenaan. ‘Dat roept de vraag op of het wetsartikel nog wel van deze tijd is. Is de omschrijving niet ouderwets? Een belangrijke discussie die volgens mij zeker gevoerd moet worden.’
Diffuus
Criminele praktijken veranderen snel, stelt de teamchef. ‘Vroeger zag je pooiers op de hoek van de straat rondhangen, nu speelt heel veel zich online af. Daar worden slachtoffers aangeboden. Veel diffuser en minder zichtbaar. Ook opsporen moet dus veel meer online gebeuren.’
Lankester verwacht dat de extra mankracht en middelen – vorig jaar werd structureel tien miljoen extra uitgetrokken voor de opsporing van mensenhandel – resultaat zal opleveren. ‘Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor de prosititutiecontroles. 2020 is het overgangsjaar waarbij wij als AVIM deze rol overdragen aan gemeenten, voorheen deden wij dat, vanaf volgend jaar zijn gemeente in de lead.’ Een flinke opdracht voor gemeenten, beseft Lankester, maar hierdoor blijft bij AVIM meer ruimte over voor opsporing. ‘Deze actieve rol van gemeenten zorgt bovendien ook voor meer kennis en meer inzicht. We trainen gemeentelijke handhavers ook in het signaleren van mensenhandel.’
Hij ziet dat politie, gemeenten, organisaties als CoMensha en Veilig Thuis en andere ketenpartners elkaar regionaal steeds beter weten te vinden rondom het thema mensenhandel. ‘Meer dan ooit is duidelijk dat we dit samen moeten aanpakken. Ieder vanuit de eigen expertise uiteraard, maar we hebben elkaar wel nodig.’
‘Wij als AVIM zijn er uiteraard voor het opsporen van de daders, maar óók voor het veiligstellen van de slachtoffers. Mensenhandel is zo ernstig, het gaat vaak om kwetsbare slachtoffers in een afhankelijkheidspositie. Zij moeten zo snel mogelijk uit die situatie worden gehaald, dat staat voorop. Strafzaken zijn belangrijk, maar dan zitten we al aan het einde van de rit. Voordat het zover is, kan er al heel veel.’
‘Weten jongeren wel waar ze instappen?’
Daar hoort ook voorlichting op scholen bij. Over criminele uitbuiting, over grensoverschrijdend gedrag, over normen en waarden. ‘Er loopt binnen de politie een speciaal programma rondom dealende jeugd. Dan hebben we het niet meteen over criminele uitbuiting, maar jongeren laten zich wel verleiden tot criminele activiteiten. Bewustwording is daarbij echt belangrijk. Weten jongeren waar ze instappen? En waarom is dit voor sommige jongeren zo aantrekkelijk? Dat zijn vragen die we ons als samenleving moeten stellen.’
Twee dagen lag hij in het ziekenhuis. Daar vroeg een rechercheur of Malek aangifte wilde doen. ‘Ik had maar één vraag voor hem. Kunnen jullie me beschermen? Mijn veiligheid garanderen? Hij heeft nog overlegd met z’n collega’s maar dat kon hij niet.’ Malek deed geen aangifte, uit angst.
‘Het is het niet waard. Echt niet’
De angst beheerst nog steeds zijn leven. ‘Ik schrik snel, durf bij niemand meer in de auto te stappen. Ik weet niet waar hij toe in staat is. Laat hij me nu gaan of blijft hij me opsporen? Tegen andere jongeren in dezelfde positie zou ik zeggen: het is het niet waard. Echt niet’.
Waarom Malek toch zijn verhaal wil doen? ‘Weet je, ik heb voor het eerst in mijn leven een gewone baan, met normale mensen om me heen. Door die tijd in België, doordat ik helemaal verrot ben geslagen, zijn mijn ogen wel opengegaan. Ik wil dit niet. Het is het niet waard’, klinkt het nog een keer. ‘Ik hoop echt dat dit het keerpunt in mijn leven is.’
*De naam van Malek is gefingeerd, Reclassering Nederland heeft de politierapporten ingezien en het verblijf in het ziekenhuis bevestigd. Een paar maanden na het gesprek heeft hij het contact met de Reclassering verbroken. Malek staat ook niet zelf op de foto.
ZORG & OPVANG
Carla Keegel
Zorg- en welzijnsorganisatie Moviera, regio Gelderland
Slachtoffers worden niet alleen maar seksueel uitgebuit, maar ook gedwongen om bijvoorbeeld een bedrijf, telefoon of auto op hun naam te zetten.
‘We zien steeds meer vormen van uitbuiting door elkaar lopen. Als het maar lucratief is’, stelt zorgcoördinator Carla Keegel voor zorg- en welzijnsorganisatie Moviera, regio Gelderland. Ze maakt zich zorgen over kwetsbare jongeren, die door een licht verstandelijke beperking of een verleden in de jeugdzorg een makkelijke prooi voor criminelen zijn.
‘Zo’n meisje krijgt dan een ‘leuk vriendje’. Hij vraagt haar een telefoonabonnement op haar naam te zetten.’ En daar blijft het niet bij, schulden stapelen zich op, schuldeisers melden zich. ‘Een goede reden om haar vervolgens aan het werk te zetten als escort. Het is heel diffuus, als er maar geld te verdienen valt.’
‘Vluchtelingen zijn soms met hulp van drugsbendes naar Europa gekomen’
Een andere kwetsbare groep voor criminele uitbuiting zijn vluchtelingen. ‘Ze zijn soms met hulp van criminele drugsbendes door Noord-Afrika naar Europa gekomen. Ook bij slachtoffers uit deze groep lopen allerlei vormen van uitbuiting door elkaar. Drugshandel, seksuele uitbuiting. Aangekomen in Nederland gaat die uitbuiting soms gewoon door. Slachtoffers moeten de reis nog terugbetalen. En wanneer ze eenmaal de fout in gaan – door bijvoorbeeld als drugskoerier te werken of hennep te telen – zijn ze ook nog chantabel.’ Ook uitgeprocedeerde asielzoekers lopen meer risico om in verkeerde handen te vallen. ‘Ze zijn onzichtbaar en zullen al helemaal niet om hulp vragen.’
Helder
Juist omdat de lijn tussen slachtoffers en daders bij criminele uitbuiting allesbehalve helder is, is de uitbuiting erg moeilijk aan te tonen, weet Keegel. Het zogenoemde non-punishmentbeginsel, wat inhoudt dat slachtoffers niet vervolgd worden voor betrokkenheid bij criminele activiteiten die een rechtstreeks gevolg zijn van mensenhandel, wordt in rechtszaken weinig toegepast. ‘Toon maar eens aan dat je gedwongen bent. Zeker wanneer je ook nog wat verdiensten mocht houden of je mocht in ruil ergens slapen. En als je op heterdaad wordt betrapt, hoe geloofwaardig is het dan nog om te vertellen dat je gedwongen bent?’
Volgens de zorgcoördinator is er nog veel te winnen op het gebied van preventie. ‘Kijk, op casusniveau vinden we elkaar in de keten wel. De politie of hulpverlener weten mij wel te vinden en visa versa, maar op het gebied van preventie? Er zijn nog veel – vooral kleine – gemeenten die daar helemaal niet mee bezig zijn. De aanpak mensenhandel staat daar nog niet echt op de agenda.’
Voorlichting
Met de juiste voorlichting bij het jongerenwerk, op scholen, over zowel seksuele als criminele uitbuiting, kan volgens Keegel veel leed voorkomen worden. ‘Je wilt ook dat professionals verder kijken. Is die jongen nu dader of slachtoffer? Er is jammer genoeg fors bezuinigd op het straathoekwerk. Het sociaal domein werkt vooral vraaggericht. Je moet er in Nederland al heel slecht bij zitten voordat je outreachend hulp krijgt aangeboden.’
Het verhaal van
Malek
Scroll
Leestijd: 30 minuten
De angst van Malek gaat niet meer weg
Hij werkt nu bij een tandartspraktijk. Vijf dagen per week. Niemand hier weet dat de jonge receptionist elke dag met angst in zijn lijf zijn huis verlaat. Malek (19) schrikt snel. Op z’n mobieltje komen nog steeds bedreigingen binnen. Maar Malek is geen onschuldig slachtoffer. Het verhaal van deze jonge drugsrunner is allesbehalve zwart-wit.
Hij heeft even nagedacht, waar moet hij zijn verhaal beginnen? Toch maar terug naar zijn jeugd. Een warm thuis had hij niet. ‘Mijn vader was nogal agressief’, klinkt het onderkoeld. De situatie liep thuis dusdanig uit de hand dat zijn moeder met haar drie jonge kinderen naar een blijf-van-mijn-lijf-huis vertrok. ‘Voor haar veiligheid gingen we naar een plaats in het noorden van het land.’
De toen 12-jarige Malek vond die opvang helemaal niks. Hij besloot – tot wanhoop van zijn moeder – toch bij zijn vader te gaan wonen. Maar dat bleek geen succes. ‘Daar kon ik niet blijven.’ Bij zijn moeder in de opvang was ook geen optie. Hij kwam in een jeugdinstelling terecht. ‘Ik was er het liefst zo min mogelijk, accepteerde geen hulp en liep heel vaak weg.’ Malek was teruggetrokken, boos. Hij was veertien toen hij voor het eerst in aanraking kwam met de politie. Winkeldiefstal.
PREVENTIE
Video: Ahmed Marcouch, burgemeester Arnhem
Jongeren die gedwongen een bankpas afstaan of onder dwang als drugskoerier werken. De gemeente Arnhem begon in 2019 al met voorlichten van middelbare scholieren over criminele uitbuiting. ‘Mensenhandel maakt levens kapot’, zegt burgemeester Ahmed Marcouch. ‘Daarom is het zo belangrijk dat leerlingen én professionals bewust worden gemaakt van de gevaren van criminele uitbuiting. Het herkennen van de signalen is de eerste stap.’
Het was het begin van een flink aantal vergrijpen. ‘Altijd diefstal en zo. Met drugs hield ik me niet bezig. Ik gebruik zelf ook niks, ook geen alcohol.’ Hij ging van de ene naar de andere instelling. Open instelling, gesloten instelling. Contact met politie, jeugdreclassering, taakstraf en nu Reclassering Nederland, die voor volwassenen.
Twee jaar geleden keerde hij terug in de stad waar hij opgroeide. Hij kwam er al snel een paar jongens uit zijn oude buurt tegen. ‘Aardige jongens. Met een van hen raakte ik goed bevriend. Ik wist wel dat hij in de drugshandel zat. Ik zag hem vaak, vertrouwde hem echt en dat doe ik niet zo snel.’
‘Na maanden slijmen’ kwam dé vraag. Of Malek een keer drugs wilde afleveren in België? ‘Ze hebben me echt ingepalmd.’ Maar Malek besloot de kans te wagen. Wat kon er misgaan? Volgens zijn vriend was het appeltje-eitje. Hoeveel geld hij ervoor kreeg? Malek haalt z’n schouders op. Het achterste van tong laat hij vandaag niet zien.
SIGNALERING
Meike Lommers
Expert criminele uitbuiting, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
‘Realiseer je dat zo’n lastige jongere ook slachtoffer kan zijn. Hij of zij komt misschien uit een crimineel nest, zit vast in een groot crimineel netwerk.’
Meike Lommers is expert op het gebied van criminele uitbuiting en criminaliteit binnen familienetwerken en werkzaam bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Lommers, die bij veel gemeenten ‘over de vloer komt’, weet hoe complex de strijd tegen ondermijnende criminaliteit, zoals criminele uitbuiting, is. Veel hangt af van samenwerking tussen professionals, van politieke wil, het gevoel van urgentie en financiële ruimte. Eenvoudige oplossingen zijn er niet.
‘Wie wegkijkt bij een niet-pluis-gevoel houdt uitbuiting in stand’
‘Maar gemeenten zijn echt hard aan het werk en durven nu ook hardop te zeggen dat bij medewerkers allerlei niet-pluis-gevoelens leven maar dat ze in veel gevallen de vinger nog niet op de zere plek kunnen leggen.’ En dat is niet vreemd. Ondermijnende criminaliteit is, weet Lommers, nu eenmaal een ‘wicked problem’ dat zich in verschillende fenomenen zoals criminele uitbuiting uit. Denk aan een mevrouw met een uitkering die op haar zolder hennep laat telen en vervolgens verstrikt raakt in een crimineel netwerk.
Criminele uitbuiting is volgens de adviseur nog een van de meest onderbelichte vormen van mensenhandel. ‘Criminele uitbuiting begint met het herkennen van slachtofferschap en dat vraagt veel van professionals. We hebben het over jongeren of jongerengroepen waar vaak al van alles mee aan de hand is. Een verleden in de jeugdzorg, schoolverlaters. Hulpverleners raken soms gefrustreerd omdat hun aanpak niet lijkt te werken. Het is helemaal complex wanneer ze uit een familie komen waar criminaliteit van generatie op generatie overgaat. Hoe slaag je er dan in om zo’n jongere een ander toekomstperspectief te bieden?’
Eigen normen
Een lastige opgave, waarbij professionals niet alleen tegen eigen normen aanlopen maar ook tegen de werkwijze van hun organisatie en methodieken. Voor jongeren die verzeild raken in criminele jeugdgroepen is maatwerk en aansluiting bij de interesses van de jongeren belangrijk. ‘Deze jongeren hebben al vaak genoeg gehoord wat ze niet goed doen. Ze moeten juist weer gewaardeerd worden, positieve verhalen horen.’
Ze vertelt over een succesvolle aanpak in Tilburg waar jonge drop-outs een alternatief schooljaar wordt aangeboden. ‘Gericht op de passie van de jongeren zelf, met heldere afspraken en dat werkt. Dan spreek je echt over preventie.’
Voor jongeren, die opgroeien in een criminele familie, is een andere aanpak nodig. Lommers: ‘Ten eerste moeten alle professionals beseffen dat ze een opdracht hebben in het signaleren van criminele activiteiten. Er zijn genoeg hulpverleners die wegkijken wanneer ze iets zien wat niet klopt, bijvoorbeeld iemand heeft een dure auto voor de deur staan maar geen inkomen. Als je wegkijkt, ben je aan het faciliteren en hou je de situatie in stand.’
Lommers adviseert professionals om dit soort situaties te bespreken in bijvoorbeeld het Zorg- en Veiligheidshuis. ‘Daar kunnen werkafspraken worden gemaakt. Hoe kan de politie-inzet samengaan met de zorg?’
Drangtrajecten
In een aantal gemeenten heeft het CCV ook zogeheten drangtrajecten begeleid. Bij criminele families ontbreekt vaak de motivatie om andere keuzes te maken. Lommers: ‘Er is sprake van andere normen en waarden, ook bij de kinderen die in zo’n gezin opgroeien. Criminaliteit is volledig genormaliseerd. In een drangtraject wordt het patroon doorbroken door iets te geven maar ook inzet op te dringen.’
Ze geeft het voorbeeld van een hennepkwekerij die in een woning wordt opgerold. ‘Het pand zou normaliter ontruimd worden, het huurcontract worden opgezegd. Maar dat doen we in zo’n traject niet.’ Alleen strafrechtelijk vervolgen doorbreekt het criminele patroon volgens Lommers niet. ‘Integendeel, de situatie verslechtert vaak juist en dan lijkt criminaliteit het enige alternatief. In een drangtraject komt het huurcontract het komende half jaar op naam van de gemeente te staan en worden de familieleden begeleid naar werk, school. Houden ze zich niet aan de afspraken dan verliezen ze het huis. Heel helder: duidelijke doelen, strakke afspraken. En dan zie je dat er verandering komt.’
Maar het zat Malek niet mee en hij liep in België tegen de lamp. Hij was net achttien geworden. Hij werd aangehouden en veroordeeld tot een jaar. Hij moest zeven maanden zitten. ‘Ik heb echt schrik van de Belgische gevangenis gekregen. Je zit bijna 23 uur per dag in de cel, het eten is er verschrikkelijk, de eerste paar nachten lag ik met een matras op de grond.’ Hij schudt zijn hoofd. Hij was niet de enige Nederlandse drugskoerier die daar vastzat. Malek kwam veel meer jonge landgenoten tegen. ‘De agent vroeg me nog naar de “grote garnaal” die achter het transport zat, maar ik heb niets gezegd.
Het waren zeven lange maanden. Terug in Nederland stond hem nog een verrassing te wachten. Hij had nog een taakstraf open staan en die was inmiddels omgezet in vervangende hechtenis. Malek zat opnieuw vast. Toen hij weer vrijkwam, zocht zijn oude vriend hem al snel op. ‘Hij was zo aardig, leek echt blij om me weer te zien. Over die straf in België zei hij niet zoveel. “Balen man.” Maar we trokken weer veel samen op. Hij nam de tijd om me te paaien en op een gegeven moment vroeg hij of ik weer naar België wilde gaan. Ik weigerde, ik wilde echt niet nog een keer daar vast zitten. Toen ik weigerde, veranderde zijn toon.’
HANDHAVING
Bernice Burggraaf
Toezichthouder, Reclassering Nederland
Vincent de Noord
Toezichthouder, Reclassering Nederland
Jongeren die hun bankpas uitlenen of die in ruil voor dure merkkleding een pakketje wegbrengen. ‘Het begint vaak heel onschuldig, ze zijn meestal niet in staat om de gevolgen te overzien.’
Tassen van Louis Vuitton, een jas van Canada Goose van meer dan 1.000 euro. Toezichthouder De Noord weet heel goed wat er populair is ‘op straat’. Hij en zijn collega Bernice Burggraaf bij Reclassering Nederland hebben in hun werk dagelijks te maken met jongeren die het verkeerde pad zijn opgegaan. Het snelle geld lonkt. Vakkenvullen bij de Albert Heijn hoort daar niet bij. Criminelen maken daar handig gebruik van. Ze zijn uiterst bekwaam in het ronselen van jongeren als geldezel of drugskoerier.
De Noord: ’Deze bendes zijn zo gehaaid en zo krijgen ze het dus voor elkaar dat een jongen zijn pinpas en pincode overhandigd of dat ze zelfs samen gaan internetbankieren. Later zijn deze jongeren helemaal verbaasd wanneer ze verdacht worden van oplichting en witwassen en de politie ineens voor de deur staat.’ De echte criminelen blijven buiten beeld.
Geldezels
De oplichters verkopen soms online spullen op Marktplaats, de kopers storten het geld op de rekening van de geldezel, zonder dat de beloofde producten worden geleverd. In Drenthe werden op het terrein van een GGZ-instelling zelfs ‘geldezels’ geronseld. De dader vertelde in een rechtbank hoe eenvoudig hij slachtoffers met allerlei beloftes om de tuin leidde. De aandacht voor criminele uitbuiting en cybercrime groeit. Bij politie, justitie, het jongerenwerk en Reclassering Nederland. En ook schoolbesturen krijgen er steeds vaker mee te maken.
Uit een onderzoek van het CKM (Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel) bleek eerder dit jaar dat veel middelbare scholen zich zorgen maken over leerlingen die door criminelen worden geronseld. Vaak gaat het om jongeren die gedwongen worden tot drugshandel. De Noord: ‘Scholen moeten hier echt alert op zijn. We werken als Reclassering meer en meer gebiedsgericht, zodat we professionals en agenten in de wijk goed kennen en bepaalde signalen kunnen delen.’
De Noord en Burggraaf begeleidden ook drugskoerier Malek. Burggraaf: ‘Deze jongen is een slachtoffer geworden van zijn eigen gedrag. Hij zal heus niet alles vertellen, maar zijn angst is wel reëel. De eerste keer dat hij hier een afspraak had, wilde hij eigenlijk niet meer weg. Zo bang is hij.’
Veel jongeren houden uit angst hun mond. Ze zijn natuurlijk zelf ook de fout ingegaan. Burggraaf: ‘Dat maakt criminele uitbuiting ook zo lastig, het is een heel grijs gebied tussen dader en slachtoffer.’
De Noord knikt. ‘We proberen natuurlijk in de periode dat iemand onder toezicht staat vertrouwen op te bouwen. Dat lukt niet altijd. Er zijn er ook die zeggen: ‘He broer, ik ga jou, de politie of justitie helemaal niets vertellen.’
Malek hield voet bij stuk. Hij wilde uit de handel stappen en nam afstand van zijn vriend. Maar dat was niet de bedoeling. Die had niet voor niets zoveel tijd in de jonge drugskoerier geïnvesteerd. ‘Hij liet me niet los. Op een gegeven moment zat ik bij een vriendin in de auto. En op een verlaten weg werden we klemgereden door een busje. Hij was het, met een aantal maten. Ik werd uit de auto gesleurd en in het busje geduwd. Die vriendin bleek hem ook te kennen, dat wist ik echt niet. Zo hebben ze me er ingeluisd.’ Hij werd naar een huis gebracht, opgesloten en later in elkaar geslagen. ‘Zeker twee uur lang. Het deed overal pijn.’ Niet eerder was hij zo bang. ‘Deze gast is echt niet normaal. Zo berekenend. Op een heel slinkse manier heeft hij dit aangepakt. Hij nam z’n tijd, weet je.’
Bij toeval werd Malek door de politie gevonden. ‘Een buurman had vanwege de harde muziek de politie gebeld. Er stonden twee agenten voor de deur. De eigenaar van het huis was er niet en de agenten vertrouwden het niet helemaal. Even later kwamen ze weer terug en vonden mij – met mijn gezicht helemaal kapot – in die kamer. Ik gaf expres een valse naam op, zodat ze me naar het bureau mee zouden nemen.’ In de politiewagen vertelde hij wie hij was en wat er was gebeurd. ‘Ze geloofden me en hebben me meteen naar het ziekenhuis gebracht.’
Malek denkt dat hij drie dagen gegijzeld is geweest, maar zeker weet hij het niet. ‘Hij wilde me eigenlijk pas laten gaan wanneer die verwondingen, de zwellingen in mijn gezicht, niet meer te zien waren. Wanneer mijn gezicht er weer normaal uit zag. Dat heeft zeker twee weken geduurd.’
OPSPORING
Sander Lankester
Teamchef AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) Noord-Holland en voorzitter landelijke vakgroep specialisten mensenhandel
Meer mankracht voor opsporing. Duizenden politieagenten die worden getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel.
Al die extra inzet en aandacht moet de komende jaren vruchten afwerpen, stelt teamchef Sander Lankester van het AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) Noord-Holland en voorzitter van de landelijke vakgroep specialisten mensenhandel.
Het merendeel van de zaken die het AVIM onderzoekt, gaat over seksuele uitbuiting. ‘Maar ook zaken rondom criminele uitbuiting. Vaak complexe zaken omdat niet altijd duidelijk is wie dader of slachtoffer is’, zegt Lankester. Het is volgens de teamchef daarom belangrijk dat agenten met burgercontacten getraind worden in het herkennen van signalen van mensenhandel. ‘Bij criminele uitbuiting – denk aan gedwongen winkeldiefstal of drugskoeriers – komt iemand vaak toch in eerste instantie als verdachte in beeld. Dan is het zaak om goed door te vragen.’
Moraal
Lankester en zijn collega’s worden regelmatig geconfronteerd met een ‘verschuivende moraal’ onder jongeren. ‘Er komen bijvoorbeeld meldingen binnen over seksuele uitbuiting binnen criminele jeugdgroepen. Maar uit ons onderzoek bleek dat er sprake was van ruilseks, een vreemde vorm van dienstverlening. Seks voor nieuwe spullen. De jongeren hadden daar zelf echter geen enkele moeite mee. Dat is lastig. Hebben we te maken met verschuivende normen en waarden? Wat is er dan strafbaar?’
Het artikel 273f dat mensenhandel strafbaar stelt, is het langste artikel in het Wetboek van Strafrecht en dat geeft meteen de complexiteit aan. Het valt in de praktijk vaak voor het OM niet mee om een zaak rond te krijgen en daadwerkelijk mensenhandel te bewijzen. Ook het AVIM loopt daar tegenaan. ‘Dat roept de vraag op of het wetsartikel nog wel van deze tijd is. Is de omschrijving niet ouderwets? Een belangrijke discussie die volgens mij zeker gevoerd moet worden.’
Diffuus
Criminele praktijken veranderen snel, stelt de teamchef. ‘Vroeger zag je pooiers op de hoek van de straat rondhangen, nu speelt heel veel zich online af. Daar worden slachtoffers aangeboden. Veel diffuser en minder zichtbaar. Ook opsporen moet dus veel meer online gebeuren.’
Lankester verwacht dat de extra mankracht en middelen – vorig jaar werd structureel tien miljoen extra uitgetrokken voor de opsporing van mensenhandel – resultaat zal opleveren. ‘Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor de prosititutiecontroles. 2020 is het overgangsjaar waarbij wij als AVIM deze rol overdragen aan gemeenten, voorheen deden wij dat, vanaf volgend jaar zijn gemeente in de lead.’ Een flinke opdracht voor gemeenten, beseft Lankester, maar hierdoor blijft bij AVIM meer ruimte over voor opsporing. ‘Deze actieve rol van gemeenten zorgt bovendien ook voor meer kennis en meer inzicht. We trainen gemeentelijke handhavers ook in het signaleren van mensenhandel.’
Hij ziet dat politie, gemeenten, organisaties als CoMensha en Veilig Thuis en andere ketenpartners elkaar regionaal steeds beter weten te vinden rondom het thema mensenhandel. ‘Meer dan ooit is duidelijk dat we dit samen moeten aanpakken. Ieder vanuit de eigen expertise uiteraard, maar we hebben elkaar wel nodig.’
‘Wij als AVIM zijn er uiteraard voor het opsporen van de daders, maar óók voor het veiligstellen van de slachtoffers. Mensenhandel is zo ernstig, het gaat vaak om kwetsbare slachtoffers in een afhankelijkheidspositie. Zij moeten zo snel mogelijk uit die situatie worden gehaald, dat staat voorop. Strafzaken zijn belangrijk, maar dan zitten we al aan het einde van de rit. Voordat het zover is, kan er al heel veel.’
Daar hoort ook voorlichting op scholen bij. Over criminele uitbuiting, over grensoverschrijdend gedrag, over normen en waarden. ‘Er loopt binnen de politie een speciaal programma rondom dealende jeugd. Dan hebben we het niet meteen over criminele uitbuiting, maar jongeren laten zich wel verleiden tot criminele activiteiten. Bewustwording is daarbij echt belangrijk. Weten jongeren waar ze instappen? En waarom is dit voor sommige jongeren zo aantrekkelijk? Dat zijn vragen die we ons als samenleving moeten stellen.’
Twee dagen lag hij in het ziekenhuis. Daar vroeg een rechercheur of Malek aangifte wilde doen. ‘Ik had maar één vraag voor hem. Kunnen jullie me beschermen? Mijn veiligheid garanderen? Hij heeft nog overlegd met z’n collega’s maar dat kon hij niet.’ Malek deed geen aangifte, uit angst.
De angst beheerst nog steeds zijn leven. ‘Ik schrik snel, durf bij niemand meer in de auto te stappen. Ik weet niet waar hij toe in staat is. Laat hij me nu gaan of blijft hij me opsporen? Tegen andere jongeren in dezelfde positie zou ik zeggen: het is het niet waard. Echt niet’.
Waarom Malek toch zijn verhaal wil doen? ‘Weet je, ik heb voor het eerst in mijn leven een gewone baan, met normale mensen om me heen. Door die tijd in België, doordat ik helemaal verrot ben geslagen, zijn mijn ogen wel opengegaan. Ik wil dit niet. Het is het niet waard’, klinkt het nog een keer. ‘Ik hoop echt dat dit het keerpunt in mijn leven is.’
*De naam van Malek is gefingeerd, Reclassering Nederland heeft de politierapporten ingezien en het verblijf in het ziekenhuis bevestigd. Een paar maanden na het gesprek heeft hij het contact met de Reclassering verbroken. Malek staat ook niet zelf op de foto.
ZORG & OPVANG
Carla Keegel
Zorg- en welzijnsorganisatie Moviera, regio Gelderland
Slachtoffers worden niet alleen maar seksueel uitgebuit, maar ook gedwongen om bijvoorbeeld een bedrijf, telefoon of auto op hun naam te zetten.
‘We zien steeds meer vormen van uitbuiting door elkaar lopen. Als het maar lucratief is’, stelt zorgcoördinator Carla Keegel voor zorg- en welzijnsorganisatie Moviera, regio Gelderland. Ze maakt zich zorgen over kwetsbare jongeren, die door een licht verstandelijke beperking of een verleden in de jeugdzorg een makkelijke prooi voor criminelen zijn.
‘Zo’n meisje krijgt dan een ‘leuk vriendje’. Hij vraagt haar een telefoonabonnement op haar naam te zetten.’ En daar blijft het niet bij, schulden stapelen zich op, schuldeisers melden zich. ‘Een goede reden om haar vervolgens aan het werk te zetten als escort. Het is heel diffuus, als er maar geld te verdienen valt.’
Een andere kwetsbare groep voor criminele uitbuiting zijn vluchtelingen. ‘Ze zijn soms met hulp van criminele drugsbendes door Noord-Afrika naar Europa gekomen. Ook bij slachtoffers uit deze groep lopen allerlei vormen van uitbuiting door elkaar. Drugshandel, seksuele uitbuiting. Aangekomen in Nederland gaat die uitbuiting soms gewoon door. Slachtoffers moeten de reis nog terugbetalen. En wanneer ze eenmaal de fout in gaan – door bijvoorbeeld als drugskoerier te werken of hennep te telen – zijn ze ook nog chantabel.’ Ook uitgeprocedeerde asielzoekers lopen meer risico om in verkeerde handen te vallen. ‘Ze zijn onzichtbaar en zullen al helemaal niet om hulp vragen.’
Helder
Juist omdat de lijn tussen slachtoffers en daders bij criminele uitbuiting allesbehalve helder is, is de uitbuiting erg moeilijk aan te tonen, weet Keegel. Het zogenoemde non-punishmentbeginsel, wat inhoudt dat slachtoffers niet vervolgd worden voor betrokkenheid bij criminele activiteiten die een rechtstreeks gevolg zijn van mensenhandel, wordt in rechtszaken weinig toegepast. ‘Toon maar eens aan dat je gedwongen bent. Zeker wanneer je ook nog wat verdiensten mocht houden of je mocht in ruil ergens slapen. En als je op heterdaad wordt betrapt, hoe geloofwaardig is het dan nog om te vertellen dat je gedwongen bent?’
Volgens de zorgcoördinator is er nog veel te winnen op het gebied van preventie. ‘Kijk, op casusniveau vinden we elkaar in de keten wel. De politie of hulpverlener weten mij wel te vinden en visa versa, maar op het gebied van preventie? Er zijn nog veel – vooral kleine – gemeenten die daar helemaal niet mee bezig zijn. De aanpak mensenhandel staat daar nog niet echt op de agenda.’
Voorlichting
Met de juiste voorlichting bij het jongerenwerk, op scholen, over zowel seksuele als criminele uitbuiting, kan volgens Keegel veel leed voorkomen worden. ‘Je wilt ook dat professionals verder kijken. Is die jongen nu dader of slachtoffer? Er is jammer genoeg fors bezuinigd op het straathoekwerk. Het sociaal domein werkt vooral vraaggericht. Je moet er in Nederland al heel slecht bij zitten voordat je outreachend hulp krijgt aangeboden.’
Deel dit verhaal