Hij droomde van een toekomst buiten Bulgarije. Toen een kennis Alexander in 2016 een goede baan in Nederland aanbood, greep hij deze kans met beide handen aan. Zijn droom bleek al snel een nachtmerrie. Alexander kwam in de kassen in Noord-Holland terecht.
‘Bulgarije is een mooi land met een slecht systeem’, begint Alexander zijn verhaal. Hij heeft een goede opleiding achter de rug in Bulgarije, werkervaring opgedaan bij een internationaal bedrijf. ‘Maar de corruptie is overal. Je moet daar aan meedoen anders lig je eruit.’
Alexander begon te dromen over een leven elders. Hij was al eens op vakantie in Nederland geweest. Het kleine aangeharkte land had indruk gemaakt. Hij zou zich daar ook goed kunnen redden met zijn Engels. Toen later een kennis – zijn bijnaam luidde Chocko – hem een goede baan in Nederland aanbood, was Alexander meteen enthousiast. ‘Ik dacht: dit is mijn kans.’ Argwaan had hij niet. Het verhaal van Chocko zat goed in elkaar. Hij beloofde gouden bergen. ‘Wij Bulgaren zijn niet achterdochtig, we geloven elkaar nogal snel.”
Afspraken werden gemaakt en Alexander stapte met zijn rugzak vol dromen in het busje van Chocko. Dag Bulgarije. Er stapten meer mensen in. Onderweg, ergens in Oostenrijk, veranderde de sfeer in het busje. Chocko vertelde ineens dat de beloofde kantoorbaan niet doorging, maar hij had meteen een oplossing, een ander bedrijf was wel op zoek naar komkommerplukkers. ‘Het was take it or leave it. Anders kon ik uitstappen.’
‘Er was een gezin met twee kinderen – een jongen en meisje van een jaar of veertien en zestien jaar. Kinderarbeid in Nederland’
Alexander stemde toe. Vooruit dan maar. Misschien was het maar voor even. Chocko zou alles regelen, werk, verblijf. Na een lange autorit arriveerde het gezelschap bij de kassen. ‘We werden ondergebracht in een woning, tegenover de kassen. Er bleken meer mensen – allemaal Bulgaren – te wonen. In totaal waren we met z’n negentienen. Mannen, vrouwen. We sliepen op matrassen naast elkaar. Ik voelde me echt een slaaf.’
PREVENTIE
Raymond Venema
Ketenregisseur mensenhandel
‘Dit is nog maar een topje van de ijsberg. Daarom is het zo belangrijk dat niet alleen professionals maar ook inwoners letten op signalen.’
Oud-politieagent Raymond Venema werkt sinds april 2019 als ketenregisseur mensenhandel in de Gooi- en Vechtstreek. Hij begon met praten. Met verhalen over oude zaken, over angstige slachtoffers. Hij sprak met bestuurders, ambtenaren, hulpverleners, huisartsen, leerkrachten.
‘Als je mensen in beweging wilt krijgen moeten ze de urgentie wel zien’
Jarenlang waren de Amsterdamse wallen het werkterrein van Raymond Venema. Als voormalig mensenhandel rechercheur en coördinator van het prostitutieteam weet hij als geen ander hoe mensenhandel er in Nederland eruitziet. Hij sprak met talloze potentiële slachtoffers, leidde jonge collega’s op en was praktijkcoach en examinator bij de Politieacademie op de onderwerpen prostitutie en mensenhandel. Nu is hij ketenregisseur mensenhandel, werkzaam in de regio Gooi en Vechtstreek, in totaal acht gemeenten.
Als ‘spin in het web’ vertaalt hij beleid naar praktijk en opereert op het snijvlak van veiligheid en zorg. ‘Ik werk nauw samen met de zorgcoördinator en we zijn een jaar terug, echt bij het begin gestart. Waar hebben we het over? Wat is mensenhandel nu precies? Mensenhandel is echt iets van de grote stad denkt men veelal. Seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting. Het komt overal voor. Ook in de kleinste dorpen, maar je moet er wel naar op zoek.’
Seksadvertenties
Naast preventie, voorlichten en netwerken doet Venema regelmatig onderzoek naar aard en omvang. Seksadvertenties worden nagelopen, meldingen onderzocht. Na allerlei verontrustende signalen werd een zogeheten handhavingsestafette onder massagesalons opgezet. Ruim dertig salons in de regio kregen onverwacht bezoek van een groot team van toezichthouders en politie. Naast ketenregisseur Venema en politie sloten ook toezichthouders en inspecteurs van de Inspectie SZW, het UWV, sociale recherche en milieu- en bouwtoezicht bij de controles aan. ‘Een mooi voorbeeld van samenwerking’, stelt de ketenregisseur.
‘Ze kregen een fles water en twee boterhammen per dag’
Al die extra aandacht heeft effect. In de periode van maart tot december 2019 werden in totaal 36 verdachte situaties van mensenhandel onderzocht, in 2016 waren dat er over een heel jaar 7.
Voorbijganger
‘Dit is nog maar een topje van de ijsberg. Daarom is het zo belangrijk dat niet alleen professionals maar ook inwoners letten op signalen.’ Hij vertelt over een zaak die aan het rollen kwam door een oplettende voorbijganger. Hij zag twee vrouwen – zonder helm of beschermende kleding – uren werken op een bouwplaats en vertrouwde het niet en belde de politie. De vrouwen, woonachtig op een asielzoekerscentrum, bleken buiten het azc door een man geronseld te zijn. De man beweerde dat het juist voor hun toekomst in Nederland goed was om werkervaring op te doen, ze zouden vier euro per uur krijgen betaald en werden voorzien van een fles water en twee boterhammen per dag. ‘De vrouwen hebben later aangifte gedaan en de zaak loopt nog.’
Gemeenten die nog steeds volhouden dat mensenhandel in hun gemeente niet speelt, doen volgens Venema aan struisvogelpolitiek. ’Maar je moet wel anders durven te kijken, anders zie je niets.’
De volgende dag begon het werk. Plukken en inpakken. Van 6 tot 6. Lange dagen, zwaar werk. ‘Maar ach, hij had ons zes euro per uur beloofd. Beter dan het uurloon Bulgarije.’ Hij glimlacht. ‘Weet je, het werk was wel ok. Beter iets dan niets. Onze klachten gingen vooral over de huisvesting. We hadden geen enkele privacy, we deelden een toilet en een badkamer met z’n allen. Het was vies en we moesten heel lang wachten.’
Uitbetalen deed Chocko niet vaak. Hij rekende 300 euro huur en verrekende tal van andere kosten met de gewerkte uren. ‘Hij bracht allerlei commissies in rekening. Voor het werk, voor het onderdak. We moesten onze boodschappen ook bij hem doen, hij vroeg belachelijk hoge prijzen.’
Chocko wilde niet dat ‘zijn medewerkers’ naar een supermarkt in de dichtstbijzijnde stad gingen. Hij wilde niet dat ze contact hadden met de buitenwereld. ‘We waren echt niet vrij om te gaan en staan waar we wilden. Ik had vaak ruzie met hem. Ook mochten we niet met de teler of met andere mensen praten. Wie denk je dat je bent? riep hij dan. Hij werd met de dag strenger.
‘Ik ben hier de baas. Ik bepaal’
Drie maanden lang, zes dagen in de week, vaak 12 uur per dag werkte Alexander in de kassen. ‘Ik begon ’s avonds met hardlopen tussen de kassen. Ik moest sporten anders werd ik gek. Wat moest ik doen? Ik bleef maar malen. Dit was niet het leven dat ik wilde. Maar ik durfde ook niet weg te gaan, ik had nog veel geld tegoed. En wat zou ik dan moeten? In een vreemd land, zonder geld?’ Dat was ook precies waar Chocko mee dreigde. ‘Ga maar weg, daar is de straat.’ Uitbetalen deed hij zelden. ‘Ik heb in die drie maanden misschien in totaal zo’n 200 euro gekregen.’
Video: Jan Hamming, burgemeester Zaanstad
Arbeidsuitbuiting is ook in de gemeente Zaanstad een pijnlijk en groeiend probleem, zegt burgemeester Jan Hamming. Met een nieuwe huisvestingsverordening om de verkamering binnen de gemeente tegen te gaan en een verplichte Bibob-toets probeert de gemeente een einde te maken aan mensonterende praktijken. ‘Gezinnen met kleine kinderen die op een matrasje in een kelder slapen, dat kan gewoon niet.’
Alexander wilde weg. Hij had gehoord dat hij een BSN-nummer moest kopen in Nederland. De enige gemeente die hij bij naam kende was de gemeente Rotterdam, de stad die hij als toerist had leren kennen. ‘Ik heb zelfs tot twee keer toe bij de gemeente een afspraak gemaakt, maar Chocko liet me niet gaan.’ Ook weigerde hij Alexander te betalen. ‘Ik had hem om een voorschot gevraagd, ik had geld nodig om daar heen te reizen, maar hij wilde niets geven. Je hebt al genoeg schuld bij mij, beweerde hij. Hij vroeg elke keer om meer commissie.’
Op een dag barstte de bom. Chocko maakte ruzie met het gezin met de twee kinderen. De kinderen werkten te langzaam, de familie klaagde te veel. ‘Hij wilde de familie op straat zetten. Ik werd kwaad, schaarde me achter het gezin. Wat moesten zij doen op straat?’
Terwijl de familie vertrok, richtte Chocko zijn woede op Alexander en dreigde hem ook buiten te zetten. ‘Maar ik liet me niet zomaar wegsturen, ik had zoveel uren niet uitbetaald gekregen. Maar hij weigerde. We hadden natuurlijk ook niets op papier.’
‘Het maakte me allemaal niets meer uit, ik ging liever naar de gevangenis dan de straat op’
Tijdens de hoogoplopende ruzie ging de bel. Alexander deed open. Twee agenten die even wilden kijken. De familie had hulp gezocht. ‘De kinderen konden een beetje Engels en hadden aan een buurman verderop verteld dat ze een plaats zochten om te overnachten. Hij had de politie gebeld. Alexander vertelde de agenten wat er aan hand was. Hij was de enige in het huis die goed Engels sprak. De agenten schrokken van wat ze binnen aantroffen. Er kwamen meer politiewagens.
HANDHAVING
Marco Smits
Arbeidsinspecteur Inspectie SZW
Een bedrijfsleider van een uitzendbureau komt met zes Bulgaren bij een gemeente en die moeten allemaal ingeschreven worden. Het adres? Het kantoor van het uitzendbureau.
Marco Smits, al vijftien jaar Arbeidsinspecteur bij de Inspectie SZW, merkt dat de groeiende aandacht voor arbeidsuitbuiting vruchten begint af te werpen. Gemeenten zijn alerter, hebben meer kennis over arbeidsuitbuiting en daarbijhorende signalen. De vele partijen ‘in de keten’ weten elkaar steeds beter te vinden.
‘Als toezichthouder mag je op heel veel plaatsen de wet controleren’
Smits: ‘Arbeidsmigranten raken nu door corona niet alleen hun werk maar vaak ook hun onderkomen kwijt. Daar maak ik me zorgen over. Tijdelijke arbeidscontracten worden soms geantidateerd, waardoor ze van de ene op de andere dag zonder werk zitten en geen recht op een uitkering hebben.’
Uitbuiting komt in alle sectoren voor, zegt hij. ‘Voor strafrechtelijk onderzoek moet je een sterke indicatie hebben dat strafvervolging ook daadwerkelijk mogelijk is. Maar met de bestuurlijke aanpak kunnen we veel, als toezichthouder mag je op heel veel plaatsen in Nederland de wet controleren.’ De Inspectie SZW richt zich daarom de afgelopen jaren steeds meer op die bestuurlijke aanpak van uitbuiting én ernstige benadeling. De afgelopen drie jaar is het projectteam van Smits uitgebreid van vier naar negentien inspecteurs. Met meer controles als gevolg.
Controle
De inspecteurs van SZW sluiten vaak aan bij brede gemeentelijke controles, waarbij ze samen met politie en andere toezichthouders op pad gaan. Zo was Smits bij een grote huisvestingcontrole in de gemeente Zaanstad. ‘In een eengezinswoning troffen we negen Bulgaren en een Turk aan. Volgens het BRP stonden daar slechts twee mensen ingeschreven.’ Een rechtstreeks gevolg van de RNI-problematiek – arbeidsmigranten kunnen zich bij de 19 RNI (Registratie Niet-Ingezetenen) balies in Nederland voor vier maanden inschrijven en hoeven geen adres in Nederland op te geven. Uitschrijven gebeurt zelden. Van de 2,3 miljoen ingeschreven migranten is niet duidelijk waar ze zijn. Smits: ‘De druk om dit te veranderen neemt gelukkig ook vanuit de politiek toe.’
‘Er zijn patrons die driehonderd euro per maand voor een oud matras vragen’
Tijdens zo’n gemeentelijke controle probeert Smits te achterhalen waar de bewoners werken, hoeveel uren ze maken en wat ze krijgen betaald. ‘Soms willen ze dat niet zeggen en dan schrijf ik het minimumuurloon op en laat dat zien. Zit het daaronder? Dan is het misschien toch goed om met me te praten.’ De angst bij arbeidsmigranten is vaak groot. ‘Ik probeer ze altijd uit te leggen dat ik er voor hen ben. We zijn in Nederland, hier gelden de Nederlandse wetten en regels. Er zijn patrons die driehonderd euro per maand voor een oud matras vragen en die werknemers verplichten om bij hem boodschappen te doen. Tandenpasta voor belachelijke prijzen.’
Onderpand
Het gebeurt volgens Smits ook steeds vaker dat arbeidsmigranten hun identiteitsdocumenten moeten inleveren bij de uitzendbureaus voordat ze aan het werk worden gezet. ‘Dat zou nodig zijn voor het opmaken van de arbeidscontracten. In werkelijkheid worden deze ID-documenten achtergehouden zodat ze kunnen dienen als onderpand.’ De kosten van de reis vanuit het thuisland worden vaak voorgeschoten door de werkgever of bemiddelaar en moeten na aankomst in Nederland eerst worden terug verdiend. ‘Het wordt ook als dwangmiddel ingezet om te voorkomen dat ze – wanneer het vieze of zware werk niet bevalt – meteen weer terug naar huis keren. Dit soort praktijken zijn absoluut niet toegestaan, maar zo worden mensen helemaal afhankelijk gemaakt.’
Chocko werd aangehouden. De Bulgaarse medewerkers legden een verklaring af. Niet iedereen deed zijn mond open. Te bang om iets te zeggen. ‘In Bulgarije vertrouw je de politie nu eenmaal niet.’
Na de verklaringen hoorde Alexander dat hij en zijn collega’s slachtoffers waren van mensenhandel. Glimlachend: ‘Ik schrok, dacht meteen aan prostitutie. Ik had in Bulgarije nog nooit van arbeidsuitbuiting gehoord. Er worden daar zoveel mensen uitgebuit.’
Alexander en de anderen werden ondergebracht in een hotel. ‘Ik wist niet wat ik meemaakte. Ik kon het niet geloven dat het voorbij was. Later kwam er een maatschappelijke organisatie om ons verder te helpen. Die opvang in de eerste periode, dat was allemaal zo goed geregeld.’
Nu vier jaar later heeft Alexander zijn leven in Nederland opgebouwd. Zijn droom lijkt toch – stapje voor stapje – uit te komen. Hij heeft een appartement, een leuke baan en droomt over een eigen zaak. ‘Deze periode heeft me zeker gevormd. Ik had nooit gedacht dat ik in zo’n situatie terecht zou komen. Ik vertrouw mensen niet meer zo snel.’
‘Hij haalt nog steeds Bulgaren naar Nederland en zet ze hier aan het werk’
Mensenhandelaar Chocko is later veroordeeld. ‘Hij ontkende natuurlijk alles in de rechtbank. Ook de teler beweerde van niets te weten. Chocko kreeg een erg lage straf. Een geldboete en hij heeft in totaal maar negentien dagen gezeten. Tsja, dat houdt zulke mensen natuurlijk niet tegen. Hij doet nog steeds hetzelfde. Nu in Zeeland.’
De naam van Alexander is uit privacy-overwegingen gefingeerd en hij staat daarom ook onherkenbaar op de foto.
OPSPORING
Els Martens
Officier van justitie
Tegen slecht werkgeverschap moet in Nederland veel actiever worden opgetreden
‘Er moet veel meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland’, zegt officier van justitie Els Martens, portefeuillehouder mensenhandel bij het functioneel parket en lid van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.
De media stonden er eerder dit jaar vol van. Corona zet de kwetsbare positie van ruim 400.000 arbeidsmigranten in Nederland flink in de schijnwerpers. Arbeidsmigranten die onder druk werden gezet om zelfs met klachten aan het werk te gaan. Het aanjaagteam, onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer, legde in korte tijd allerlei mistanden bloot en kwam met verschillende aanbevelingen om arbeidsmigranten beter te beschermen.
‘Die dubbele afhankelijkheid is een serieus knelpunt’
Veel arbeidsmigranten zijn zowel voor werk als voor slaapplaats afhankelijk van een uitzendbureau. ‘Die dubbele afhankelijkheid is een serieus knelpunt, waardoor mensen in een uitbuitingspositie terecht kunnen komen’, zegt Martens. Toch is het aantal zaken dat voor de rechter komt laag. ‘Arbeidsuitbuiting is een heel ernstig delict, waarbij echt sprake moet zijn van dwang, geweld of het misbruik maken van iemands kwetsbare positie. Dan praat je over moderne slavernij.’ Niet alle schrijnende situaties vallen daaronder. Uitbuiting is vaak lastig te bewijzen en bovendien zien slachtoffers zichzelf meestal niet als slachtoffer.
‘Over slecht werkgeverschap moet een gevoel van urgentie ontstaan’
Maar het lage aantal zaken en veroordelingen voor arbeidsuitbuiting mag volgens de officier van justitie geen reden zijn om de andere kant op te kijken. ‘Slecht werkgeverschap is ook ernstig. Mensen die teveel uren maken, die honderd euro voor een matras per week moeten betalen. Daar moet een gevoel van urgentie over ontstaan. Daar kan nog veel actiever tegen worden opgetreden.’
Voortouw
En dat is een ander knelpunt. Er zijn nogal wat toezichthouders en handhavers betrokken bij deze problematiek. Naast gemeentelijke handhavers, ook de Inspectie SZW voor het toezicht op de werkvloer, de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA), de GGD. Het advies van het aanjaagteam is om Veiligheidsregio’s het voortouw te laten nemen en een regionale analyse te maken ‘op basis van beschikbare informatie van alle toezichthouders’. Voldoende capaciteit bij de handhaving – waar het nu nog weleens aan schort – is daarbij cruciaal.
Om beter te kunnen opsporen en handhaven moet er volgens de officier van justitie Martens veel meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland. Arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland wonen, kunnen zich sinds 2014 bij een van de 19 RNI-balies (Registratie Niet Ingezetene) inschrijven. Ze krijgen een BSN-nummer en een huisadres in het land van herkomst volstaat. Uitschrijven blijft meestal achterwege, met als gevolg dat niemand weet hoeveel arbeidsmigranten daadwerkelijk in Nederland wonen en werken.
‘Niemand heeft deze mensen in beeld’, zegt Martens. ‘Waar ze werken, verblijven en hoe ze behandeld worden. Voordat het RNI er was konden gemeenten sneller zien dat er op een adres twintig mensen stonden ingeschreven, nu is dat totaal onduidelijk. Dat moet je echt ter plekke gaan controleren.’ Inmiddels werken verschillende ministeries en de Inspectie SZW aan een plan om de registratie van arbeidsmigranten te verbeteren. ‘Als OM juichen we dat van harte toe.’
‘Wat is het ons waard?’
Maar er is meer nodig om de situatie van arbeidsmigranten te veranderen, stelt ze meteen. ‘Ik vergelijk het elke keer met een enorme kluwen wol. Met verschillende partijen moeten we tegelijkertijd aan een touwtje trekken om deze kluwen te ontwarren.’ Kortom: samenwerken en actie op allerlei terreinen.
Het is zeker niet de eerste keer dat de noodklok over de positie van arbeidsmigranten wordt geluid, weet Martens. ‘Er spelen veel verschillende belangen. Het komt uiteindelijk toch neer op de vraag: wat is het ons waard? Wie gaat dit betalen? Het kost nu eenmaal geld, als je de wereld fatsoenlijk wilt hebben.’
Advies van Alexander aan professionals
Geef arbeidsmigranten goede informatie in eigen taal over hun rechten en plichten. Ze hebben vaak geen idee en er gaan soms allerlei verhalen rond. De bazen maken hun medewerkers van alles wijs.
Er zijn veel malafide uitzendbureaus, iedereen in Nederland kan een uitzendbureau beginnen. Er zijn wel licenties en keurmerken maar die zijn niet waterdicht.
Luister goed naar tips en signalen binnen de gemeente en controleer veel vaker.
Handhavers, politie en andere professionals moeten arbeidsmigranten vriendelijk bejegenen. Veel arbeidsmigranten zijn bang van de politie.
ZORG & OPVANG
Romaike Zuidema
FairWork
‘Arbeidsuitbuiting wordt toch minder zielig gevonden’
Mensenhandel kun je heel makkelijk negeren, maar hoe meer je zoekt, hoe meer ellende je tegenkomt’, stelt Romaike Zuidema van FairWork, de stichting die zich inzet tegen moderne slavernij in Nederland. Zuidema traint professionals – veelal ambtenaren – in het herkennen van signalen van mensenhandel, van arbeidsuitbuiting.
Het coronavirus heeft de kwetsbaarheid van arbeidsmigranten in de schijnwerpers gezet. De aandacht voor de slechte huisvesting, de afhankelijke positie van de werkgever is gegroeid. En dat geldt eveneens voor het aantal trainingen aan professionals.
Aandachtsfunctionaris
Eén van de voorwaarden die FairWork aan deelnemende gemeenten stelt, is dat er een aandachtsfunctionaris mensenhandel is aangesteld. ‘Anders heeft het geen zin. Je kunt wel signaleren maar er moet vervolgens wel iets gedaan worden met die meldingen.’ De aandachtsfuctionaris, die toegankelijk en zichtbaar is binnen de gemeentelijke organisatie, verzamelt alle meldingen. ‘Elk signaal kan de puzzel compleet maken’, houdt Zuidema deelnemers altijd voor.
Belangrijk is ook dat de leidinggevenden bij de gemeente de urgentie en noodzaak van de aanpak van mensenhandel erkennen. ‘Baliemedewerkers bij burgerzaken moeten de ruimte krijgen om bijvoorbeeld door te vragen of even te overleggen met een collega als ze vermoeden dat er iets aan de hand is. Dat kost tijd.’
‘Die meervoudige afhankelijkheid maakt slachtoffers erg kwetsbaar’
Wanneer een signaal eenmaal leidt tot een inval, is het vervolgens cruciaal dat de gemeente met de zorgcoördinator mensenhandel afspraken heeft gemaakt over de opvang van de slachtoffers. ‘Anders staan slachtoffers ineens op straat. Juist die meervoudige afhankelijkheid van de werkgever op het gebied van werk en wonen maakt deze groep zo kwetsbaar. Slachtoffers zien zichzelf vaak ook niet als slachtoffer.’
Verontwaardiging
Juist dat aspect maakt arbeidsuitbuiting erg complex. De morele verontwaardiging over moderne slavernij is volgens Zuidema veel lager dan over bijvoorbeeld seksuele uitbuiting. ‘Slachtoffers van arbeidsuitbuiting worden minder zielig gevonden: ‘ze verdienen hier in de landbouw of horeca meer dan in het land van herkomst’, klinkt het dan. Maar we hebben in Nederland jaren gestreden voor arbeidsrechten en die rechten gelden voor iedereen die in dit land werkt.’
Ze benadrukt dat wanneer gemeenten alerter reageren op allerlei verdachte signalen van arbeidsuitbuiting vaak veel meer misstanden boven tafel komen. ‘Denk aan huiselijk geweld, fraude en andere ellende. De bijvangst is vaak groot.’
Het verhaal van
Alexander
Scroll
Leestijd: 30 minuten
Geen gouden bergen maar een glazen gevangenis
Hij droomde van een toekomst buiten Bulgarije. Toen een kennis Alexander in 2016 een goede baan in Nederland aanbood, greep hij deze kans met beide handen aan. Zijn droom bleek al snel een nachtmerrie. Alexander kwam in de kassen in Noord-Holland terecht.
‘Bulgarije is een mooi land met een slecht systeem’, begint Alexander zijn verhaal. Hij heeft een goede opleiding achter de rug in Bulgarije, werkervaring opgedaan bij een internationaal bedrijf. ‘Maar de corruptie is overal. Je moet daar aan meedoen anders lig je eruit.’
Alexander begon te dromen over een leven elders. Hij was al eens op vakantie in Nederland geweest. Het kleine aangeharkte land had indruk gemaakt. Hij zou zich daar ook goed kunnen redden met zijn Engels. Toen later een kennis – zijn bijnaam luidde Chocko – hem een goede baan in Nederland aanbood, was Alexander meteen enthousiast. ‘Ik dacht: dit is mijn kans.’ Argwaan had hij niet. Het verhaal van Chocko zat goed in elkaar. Hij beloofde gouden bergen. ‘Wij Bulgaren zijn niet achterdochtig, we geloven elkaar nogal snel.”
Afspraken werden gemaakt en Alexander stapte met zijn rugzak vol dromen in het busje van Chocko. Dag Bulgarije. Er stapten meer mensen in. Onderweg, ergens in Oostenrijk, veranderde de sfeer in het busje. Chocko vertelde ineens dat de beloofde kantoorbaan niet doorging, maar hij had meteen een oplossing, een ander bedrijf was wel op zoek naar komkommerplukkers. ‘Het was take it or leave it. Anders kon ik uitstappen.’
Alexander stemde toe. Vooruit dan maar. Misschien was het maar voor even. Chocko zou alles regelen, werk, verblijf. Na een lange autorit arriveerde het gezelschap bij de kassen. ‘We werden ondergebracht in een woning, tegenover de kassen. Er bleken meer mensen – allemaal Bulgaren – te wonen. In totaal waren we met z’n negentienen. Mannen, vrouwen. We sliepen op matrassen naast elkaar. Ik voelde me echt een slaaf.’
PREVENTIE
Raymond Venema
Ketenregisseur mensenhandel
‘Dit is nog maar een topje van de ijsberg. Daarom is het zo belangrijk dat niet alleen professionals maar ook inwoners letten op signalen.’
Oud-politieagent Raymond Venema werkt sinds april 2019 als ketenregisseur mensenhandel in de Gooi- en Vechtstreek. Hij begon met praten. Met verhalen over oude zaken, over angstige slachtoffers. Hij sprak met bestuurders, ambtenaren, hulpverleners, huisartsen, leerkrachten.
Jarenlang waren de Amsterdamse wallen het werkterrein van Raymond Venema. Als voormalig mensenhandel rechercheur en coördinator van het prostitutieteam weet hij als geen ander hoe mensenhandel er in Nederland eruitziet. Hij sprak met talloze potentiële slachtoffers, leidde jonge collega’s op en was praktijkcoach en examinator bij de Politieacademie op de onderwerpen prostitutie en mensenhandel. Nu is hij ketenregisseur mensenhandel, werkzaam in de regio Gooi en Vechtstreek, in totaal acht gemeenten.
Als ‘spin in het web’ vertaalt hij beleid naar praktijk en opereert op het snijvlak van veiligheid en zorg. ‘Ik werk nauw samen met de zorgcoördinator en we zijn een jaar terug, echt bij het begin gestart. Waar hebben we het over? Wat is mensenhandel nu precies? Mensenhandel is echt iets van de grote stad denkt men veelal. Seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting. Het komt overal voor. Ook in de kleinste dorpen, maar je moet er wel naar op zoek.’
Seksadvertenties
Naast preventie, voorlichten en netwerken doet Venema regelmatig onderzoek naar aard en omvang. Seksadvertenties worden nagelopen, meldingen onderzocht. Na allerlei verontrustende signalen werd een zogeheten handhavingsestafette onder massagesalons opgezet. Ruim dertig salons in de regio kregen onverwacht bezoek van een groot team van toezichthouders en politie. Naast ketenregisseur Venema en politie sloten ook toezichthouders en inspecteurs van de Inspectie SZW, het UWV, sociale recherche en milieu- en bouwtoezicht bij de controles aan. ‘Een mooi voorbeeld van samenwerking’, stelt de ketenregisseur.
Al die extra aandacht heeft effect. In de periode van maart tot december 2019 werden in totaal 36 verdachte situaties van mensenhandel onderzocht, in 2016 waren dat er over een heel jaar 7.
Voorbijganger
‘Dit is nog maar een topje van de ijsberg. Daarom is het zo belangrijk dat niet alleen professionals maar ook inwoners letten op signalen.’ Hij vertelt over een zaak die aan het rollen kwam door een oplettende voorbijganger. Hij zag twee vrouwen – zonder helm of beschermende kleding – uren werken op een bouwplaats en vertrouwde het niet en belde de politie. De vrouwen, woonachtig op een asielzoekerscentrum, bleken buiten het azc door een man geronseld te zijn. De man beweerde dat het juist voor hun toekomst in Nederland goed was om werkervaring op te doen, ze zouden vier euro per uur krijgen betaald en werden voorzien van een fles water en twee boterhammen per dag. ‘De vrouwen hebben later aangifte gedaan en de zaak loopt nog.’
Gemeenten die nog steeds volhouden dat mensenhandel in hun gemeente niet speelt, doen volgens Venema aan struisvogelpolitiek. ’Maar je moet wel anders durven te kijken, anders zie je niets.’
De volgende dag begon het werk. Plukken en inpakken. Van 6 tot 6. Lange dagen, zwaar werk. ‘Maar ach, hij had ons zes euro per uur beloofd. Beter dan het uurloon Bulgarije.’ Hij glimlacht. ‘Weet je, het werk was wel ok. Beter iets dan niets. Onze klachten gingen vooral over de huisvesting. We hadden geen enkele privacy, we deelden een toilet en een badkamer met z’n allen. Het was vies en we moesten heel lang wachten.’
Uitbetalen deed Chocko niet vaak. Hij rekende 300 euro huur en verrekende tal van andere kosten met de gewerkte uren. ‘Hij bracht allerlei commissies in rekening. Voor het werk, voor het onderdak. We moesten onze boodschappen ook bij hem doen, hij vroeg belachelijk hoge prijzen.’
Chocko wilde niet dat ‘zijn medewerkers’ naar een supermarkt in de dichtstbijzijnde stad gingen. Hij wilde niet dat ze contact hadden met de buitenwereld. ‘We waren echt niet vrij om te gaan en staan waar we wilden. Ik had vaak ruzie met hem. Ook mochten we niet met de teler of met andere mensen praten. Wie denk je dat je bent? riep hij dan. Hij werd met de dag strenger.
Drie maanden lang, zes dagen in de week, vaak 12 uur per dag werkte Alexander in de kassen. ‘Ik begon ’s avonds met hardlopen tussen de kassen. Ik moest sporten anders werd ik gek. Wat moest ik doen? Ik bleef maar malen. Dit was niet het leven dat ik wilde. Maar ik durfde ook niet weg te gaan, ik had nog veel geld tegoed. En wat zou ik dan moeten? In een vreemd land, zonder geld?’ Dat was ook precies waar Chocko mee dreigde. ‘Ga maar weg, daar is de straat.’ Uitbetalen deed hij zelden. ‘Ik heb in die drie maanden misschien in totaal zo’n 200 euro gekregen.’
Video: Jan Hamming, burgemeester Zaanstad
Arbeidsuitbuiting is ook in de gemeente Zaanstad een pijnlijk en groeiend probleem, zegt burgemeester Jan Hamming. Met een nieuwe huisvestingsverordening om de verkamering binnen de gemeente tegen te gaan en een verplichte Bibob-toets probeert de gemeente een einde te maken aan mensonterende praktijken. ‘Gezinnen met kleine kinderen die op een matrasje in een kelder slapen, dat kan gewoon niet.’
Alexander wilde weg. Hij had gehoord dat hij een BSN-nummer moest kopen in Nederland. De enige gemeente die hij bij naam kende was de gemeente Rotterdam, de stad die hij als toerist had leren kennen. ‘Ik heb zelfs tot twee keer toe bij de gemeente een afspraak gemaakt, maar Chocko liet me niet gaan.’ Ook weigerde hij Alexander te betalen. ‘Ik had hem om een voorschot gevraagd, ik had geld nodig om daar heen te reizen, maar hij wilde niets geven. Je hebt al genoeg schuld bij mij, beweerde hij. Hij vroeg elke keer om meer commissie.’
Op een dag barstte de bom. Chocko maakte ruzie met het gezin met de twee kinderen. De kinderen werkten te langzaam, de familie klaagde te veel. ‘Hij wilde de familie op straat zetten. Ik werd kwaad, schaarde me achter het gezin. Wat moesten zij doen op straat?’
Terwijl de familie vertrok, richtte Chocko zijn woede op Alexander en dreigde hem ook buiten te zetten. ‘Maar ik liet me niet zomaar wegsturen, ik had zoveel uren niet uitbetaald gekregen. Maar hij weigerde. We hadden natuurlijk ook niets op papier.’
Tijdens de hoogoplopende ruzie ging de bel. Alexander deed open. Twee agenten die even wilden kijken. De familie had hulp gezocht. ‘De kinderen konden een beetje Engels en hadden aan een buurman verderop verteld dat ze een plaats zochten om te overnachten. Hij had de politie gebeld. Alexander vertelde de agenten wat er aan hand was. Hij was de enige in het huis die goed Engels sprak. De agenten schrokken van wat ze binnen aantroffen. Er kwamen meer politiewagens.
HANDHAVING
Marco Smits
Arbeidsinspecteur Inspectie SZW
Een bedrijfsleider van een uitzendbureau komt met zes Bulgaren bij een gemeente en die moeten allemaal ingeschreven worden. Het adres? Het kantoor van het uitzendbureau.
Marco Smits, al vijftien jaar Arbeidsinspecteur bij de Inspectie SZW, merkt dat de groeiende aandacht voor arbeidsuitbuiting vruchten begint af te werpen. Gemeenten zijn alerter, hebben meer kennis over arbeidsuitbuiting en daarbijhorende signalen. De vele partijen ‘in de keten’ weten elkaar steeds beter te vinden.
Smits: ‘Arbeidsmigranten raken nu door corona niet alleen hun werk maar vaak ook hun onderkomen kwijt. Daar maak ik me zorgen over. Tijdelijke arbeidscontracten worden soms geantidateerd, waardoor ze van de ene op de andere dag zonder werk zitten en geen recht op een uitkering hebben.’
Uitbuiting komt in alle sectoren voor, zegt hij. ‘Voor strafrechtelijk onderzoek moet je een sterke indicatie hebben dat strafvervolging ook daadwerkelijk mogelijk is. Maar met de bestuurlijke aanpak kunnen we veel, als toezichthouder mag je op heel veel plaatsen in Nederland de wet controleren.’ De Inspectie SZW richt zich daarom de afgelopen jaren steeds meer op die bestuurlijke aanpak van uitbuiting én ernstige benadeling. De afgelopen drie jaar is het projectteam van Smits uitgebreid van vier naar negentien inspecteurs. Met meer controles als gevolg.
Controle
De inspecteurs van SZW sluiten vaak aan bij brede gemeentelijke controles, waarbij ze samen met politie en andere toezichthouders op pad gaan. Zo was Smits bij een grote huisvestingcontrole in de gemeente Zaanstad. ‘In een eengezinswoning troffen we negen Bulgaren en een Turk aan. Volgens het BRP stonden daar slechts twee mensen ingeschreven.’ Een rechtstreeks gevolg van de RNI-problematiek – arbeidsmigranten kunnen zich bij de 19 RNI (Registratie Niet-Ingezetenen) balies in Nederland voor vier maanden inschrijven en hoeven geen adres in Nederland op te geven. Uitschrijven gebeurt zelden. Van de 2,3 miljoen ingeschreven migranten is niet duidelijk waar ze zijn. Smits: ‘De druk om dit te veranderen neemt gelukkig ook vanuit de politiek toe.’
Tijdens zo’n gemeentelijke controle probeert Smits te achterhalen waar de bewoners werken, hoeveel uren ze maken en wat ze krijgen betaald. ‘Soms willen ze dat niet zeggen en dan schrijf ik het minimumuurloon op en laat dat zien. Zit het daaronder? Dan is het misschien toch goed om met me te praten.’ De angst bij arbeidsmigranten is vaak groot. ‘Ik probeer ze altijd uit te leggen dat ik er voor hen ben. We zijn in Nederland, hier gelden de Nederlandse wetten en regels. Er zijn patrons die driehonderd euro per maand voor een oud matras vragen en die werknemers verplichten om bij hem boodschappen te doen. Tandenpasta voor belachelijke prijzen.’
Onderpand
Het gebeurt volgens Smits ook steeds vaker dat arbeidsmigranten hun identiteitsdocumenten moeten inleveren bij de uitzendbureaus voordat ze aan het werk worden gezet. ‘Dat zou nodig zijn voor het opmaken van de arbeidscontracten. In werkelijkheid worden deze ID-documenten achtergehouden zodat ze kunnen dienen als onderpand.’ De kosten van de reis vanuit het thuisland worden vaak voorgeschoten door de werkgever of bemiddelaar en moeten na aankomst in Nederland eerst worden terug verdiend. ‘Het wordt ook als dwangmiddel ingezet om te voorkomen dat ze – wanneer het vieze of zware werk niet bevalt – meteen weer terug naar huis keren. Dit soort praktijken zijn absoluut niet toegestaan, maar zo worden mensen helemaal afhankelijk gemaakt.’
Chocko werd aangehouden. De Bulgaarse medewerkers legden een verklaring af. Niet iedereen deed zijn mond open. Te bang om iets te zeggen. ‘In Bulgarije vertrouw je de politie nu eenmaal niet.’
Na de verklaringen hoorde Alexander dat hij en zijn collega’s slachtoffers waren van mensenhandel. Glimlachend: ‘Ik schrok, dacht meteen aan prostitutie. Ik had in Bulgarije nog nooit van arbeidsuitbuiting gehoord. Er worden daar zoveel mensen uitgebuit.’
Alexander en de anderen werden ondergebracht in een hotel. ‘Ik wist niet wat ik meemaakte. Ik kon het niet geloven dat het voorbij was. Later kwam er een maatschappelijke organisatie om ons verder te helpen. Die opvang in de eerste periode, dat was allemaal zo goed geregeld.’
Nu vier jaar later heeft Alexander zijn leven in Nederland opgebouwd. Zijn droom lijkt toch – stapje voor stapje – uit te komen. Hij heeft een appartement, een leuke baan en droomt over een eigen zaak. ‘Deze periode heeft me zeker gevormd. Ik had nooit gedacht dat ik in zo’n situatie terecht zou komen. Ik vertrouw mensen niet meer zo snel.’
Mensenhandelaar Chocko is later veroordeeld. ‘Hij ontkende natuurlijk alles in de rechtbank. Ook de teler beweerde van niets te weten. Chocko kreeg een erg lage straf. Een geldboete en hij heeft in totaal maar negentien dagen gezeten. Tsja, dat houdt zulke mensen natuurlijk niet tegen. Hij doet nog steeds hetzelfde. Nu in Zeeland.’
OPSPORING
Els Martens
Officier van justitie
Tegen slecht werkgeverschap moet in Nederland veel actiever worden opgetreden
‘Er moet veel meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland’, zegt officier van justitie Els Martens, portefeuillehouder mensenhandel bij het functioneel parket en lid van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.
De media stonden er eerder dit jaar vol van. Corona zet de kwetsbare positie van ruim 400.000 arbeidsmigranten in Nederland flink in de schijnwerpers. Arbeidsmigranten die onder druk werden gezet om zelfs met klachten aan het werk te gaan. Het aanjaagteam, onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer, legde in korte tijd allerlei mistanden bloot en kwam met verschillende aanbevelingen om arbeidsmigranten beter te beschermen.
Veel arbeidsmigranten zijn zowel voor werk als voor slaapplaats afhankelijk van een uitzendbureau. ‘Die dubbele afhankelijkheid is een serieus knelpunt, waardoor mensen in een uitbuitingspositie terecht kunnen komen’, zegt Martens. Toch is het aantal zaken dat voor de rechter komt laag. ‘Arbeidsuitbuiting is een heel ernstig delict, waarbij echt sprake moet zijn van dwang, geweld of het misbruik maken van iemands kwetsbare positie. Dan praat je over moderne slavernij.’ Niet alle schrijnende situaties vallen daaronder. Uitbuiting is vaak lastig te bewijzen en bovendien zien slachtoffers zichzelf meestal niet als slachtoffer.
Maar het lage aantal zaken en veroordelingen voor arbeidsuitbuiting mag volgens de officier van justitie geen reden zijn om de andere kant op te kijken. ‘Slecht werkgeverschap is ook ernstig. Mensen die teveel uren maken, die honderd euro voor een matras per week moeten betalen. Daar moet een gevoel van urgentie over ontstaan. Daar kan nog veel actiever tegen worden opgetreden.’
Voortouw
En dat is een ander knelpunt. Er zijn nogal wat toezichthouders en handhavers betrokken bij deze problematiek. Naast gemeentelijke handhavers, ook de Inspectie SZW voor het toezicht op de werkvloer, de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA), de GGD. Het advies van het aanjaagteam is om Veiligheidsregio’s het voortouw te laten nemen en een regionale analyse te maken ‘op basis van beschikbare informatie van alle toezichthouders’. Voldoende capaciteit bij de handhaving – waar het nu nog weleens aan schort – is daarbij cruciaal.
Om beter te kunnen opsporen en handhaven moet er volgens de officier van justitie Martens veel meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland. Arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland wonen, kunnen zich sinds 2014 bij een van de 19 RNI-balies (Registratie Niet Ingezetene) inschrijven. Ze krijgen een BSN-nummer en een huisadres in het land van herkomst volstaat. Uitschrijven blijft meestal achterwege, met als gevolg dat niemand weet hoeveel arbeidsmigranten daadwerkelijk in Nederland wonen en werken.
‘Niemand heeft deze mensen in beeld’, zegt Martens. ‘Waar ze werken, verblijven en hoe ze behandeld worden. Voordat het RNI er was konden gemeenten sneller zien dat er op een adres twintig mensen stonden ingeschreven, nu is dat totaal onduidelijk. Dat moet je echt ter plekke gaan controleren.’ Inmiddels werken verschillende ministeries en de Inspectie SZW aan een plan om de registratie van arbeidsmigranten te verbeteren. ‘Als OM juichen we dat van harte toe.’
Maar er is meer nodig om de situatie van arbeidsmigranten te veranderen, stelt ze meteen. ‘Ik vergelijk het elke keer met een enorme kluwen wol. Met verschillende partijen moeten we tegelijkertijd aan een touwtje trekken om deze kluwen te ontwarren.’ Kortom: samenwerken en actie op allerlei terreinen.
Het is zeker niet de eerste keer dat de noodklok over de positie van arbeidsmigranten wordt geluid, weet Martens. ‘Er spelen veel verschillende belangen. Het komt uiteindelijk toch neer op de vraag: wat is het ons waard? Wie gaat dit betalen? Het kost nu eenmaal geld, als je de wereld fatsoenlijk wilt hebben.’
Advies van Alexander aan professionals
ZORG & OPVANG
Romaike Zuidema
FairWork
‘Arbeidsuitbuiting wordt toch minder zielig gevonden’
Mensenhandel kun je heel makkelijk negeren, maar hoe meer je zoekt, hoe meer ellende je tegenkomt’, stelt Romaike Zuidema van FairWork, de stichting die zich inzet tegen moderne slavernij in Nederland. Zuidema traint professionals – veelal ambtenaren – in het herkennen van signalen van mensenhandel, van arbeidsuitbuiting.
Het coronavirus heeft de kwetsbaarheid van arbeidsmigranten in de schijnwerpers gezet. De aandacht voor de slechte huisvesting, de afhankelijke positie van de werkgever is gegroeid. En dat geldt eveneens voor het aantal trainingen aan professionals.
Aandachtsfunctionaris
Eén van de voorwaarden die FairWork aan deelnemende gemeenten stelt, is dat er een aandachtsfunctionaris mensenhandel is aangesteld. ‘Anders heeft het geen zin. Je kunt wel signaleren maar er moet vervolgens wel iets gedaan worden met die meldingen.’ De aandachtsfuctionaris, die toegankelijk en zichtbaar is binnen de gemeentelijke organisatie, verzamelt alle meldingen. ‘Elk signaal kan de puzzel compleet maken’, houdt Zuidema deelnemers altijd voor.
Belangrijk is ook dat de leidinggevenden bij de gemeente de urgentie en noodzaak van de aanpak van mensenhandel erkennen. ‘Baliemedewerkers bij burgerzaken moeten de ruimte krijgen om bijvoorbeeld door te vragen of even te overleggen met een collega als ze vermoeden dat er iets aan de hand is. Dat kost tijd.’
Wanneer een signaal eenmaal leidt tot een inval, is het vervolgens cruciaal dat de gemeente met de zorgcoördinator mensenhandel afspraken heeft gemaakt over de opvang van de slachtoffers. ‘Anders staan slachtoffers ineens op straat. Juist die meervoudige afhankelijkheid van de werkgever op het gebied van werk en wonen maakt deze groep zo kwetsbaar. Slachtoffers zien zichzelf vaak ook niet als slachtoffer.’
Verontwaardiging
Juist dat aspect maakt arbeidsuitbuiting erg complex. De morele verontwaardiging over moderne slavernij is volgens Zuidema veel lager dan over bijvoorbeeld seksuele uitbuiting. ‘Slachtoffers van arbeidsuitbuiting worden minder zielig gevonden: ‘ze verdienen hier in de landbouw of horeca meer dan in het land van herkomst’, klinkt het dan. Maar we hebben in Nederland jaren gestreden voor arbeidsrechten en die rechten gelden voor iedereen die in dit land werkt.’
Ze benadrukt dat wanneer gemeenten alerter reageren op allerlei verdachte signalen van arbeidsuitbuiting vaak veel meer misstanden boven tafel komen. ‘Denk aan huiselijk geweld, fraude en andere ellende. De bijvangst is vaak groot.’
Deel dit verhaal