Waarom is dat criminele wereldje zo aantrekkelijk?
Criminele praktijken veranderen snel
Seks voor spullen? Politie ziet verschuivende moraal onder jongeren
Sander Lankester
Teamchef AVIM Politie Noord-Holland
Meer mankracht voor opsporing en duizenden politieagenten in het hele land die worden getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel.
‘Criminele uitbuiting is complex, het is niet altijd duidelijk wie het slachtoffer is’
Al die extra inzet en aandacht moet de komende jaren vruchten afwerpen, stelt Sander Lankester, teamchef van het AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) Noord-Holland en voorzitter van de landelijke vakgroep specialisten mensenhandel.
Het merendeel van de zaken die het AVIM onderzoekt gaat over seksuele uitbuiting. ‘Maar ook over criminele uitbuiting. Vaak complexe zaken omdat niet altijd duidelijk is, wie dader of slachtoffer is’, zegt Lankester. Het is volgens de teamchef daarom belangrijk dat agenten met burgercontacten nu allemaal getraind worden in het herkennen van signalen van mensenhandel. ‘Bij criminele uitbuiting – denk aan gedwongen winkeldiefstal of drugskoeriers – komt iemand vaak toch in eerste instantie als verdachte in beeld. Dan is het zaak om goed door te vragen.’
Lankester en zijn collega’s worden regelmatig geconfronteerd met een ‘verschuivende moraal’ onder jongeren. ‘Er komen bijvoorbeeld meldingen binnen over seksuele uitbuiting binnen criminele jeugdgroepen. Maar uit onderzoek bleek vervolgens dat er sprake was van ruilseks, een vreemde vorm van dienstverlening. Seks voor nieuwe spullen. De jongeren hadden daar zelf echter geen enkele moeite mee. Dat is lastig. Hebben we te maken met verschuivende normen en waarden? Wat is er dan strafbaar?’
‘De vraag is of het wetsartikel mensenhandel nog wel van deze tijd is’
Het artikel 273f dat mensenhandel strafbaar stelt, is het langste artikel in het Wetboek van Strafrecht en dat geeft meteen de complexiteit van de bestrijding aan. Het valt in de praktijk vaak voor het OM niet mee om een zaak rond te krijgen en daadwerkelijk mensenhandel te bewijzen. Ook het AVIM loopt daar tegenaan. ‘Dat roept de vraag op of het wetsartikel nog wel van deze tijd is. Is de omschrijving niet ouderwets? Een belangrijke discussie die volgens mij zeker gevoerd moet worden.’
Criminele praktijken veranderen snel, stelt de teamchef. ‘Vroeger zag je pooiers op de hoek van de straat rondhangen, nu speelt heel veel zich online af. Daar worden slachtoffers aangeboden. Het is daarmee diffuser en minder zichtbaar geworden. Ook opsporen moet veel meer online gebeuren.’
Resultaat
Lankester verwacht dat de extra mankracht en middelen – vorig jaar werd structureel tien miljoen extra uitgetrokken voor de opsporing van mensenhandel – resultaat zal opleveren. ‘Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor de prostitutiecontroles. 2020 is het overgangsjaar waarin wij als AVIM deze rol overdragen aan gemeenten. Voorheen deden wij dat, vanaf volgend jaar zijn gemeente in de lead.’ Een flinke opdracht voor gemeenten, beseft Lankester, maar hierdoor blijft bij AVIM meer ruimte over voor opsporing. ‘Deze actieve rol van gemeenten zorgt bovendien voor meer kennis en meer inzicht. We trainen gemeentelijke handhavers ook in het signaleren van mensenhandel.’
Hij ziet dat politie, gemeenten, organisaties als CoMensha en Veilig Thuis en andere ketenpartners elkaar regionaal steeds beter weten te vinden rondom het thema mensenhandel. ‘Meer dan ooit is duidelijk dat we dit samen moeten aanpakken. Ieder vanuit de eigen expertise uiteraard, maar we hebben elkaar wel nodig.’
‘Wij als AVIM zijn er uiteraard voor het opsporen van de daders, maar óók voor het veiligstellen van de slachtoffers. Mensenhandel is zo ernstig, het gaat vaak om kwetsbare slachtoffers in een afhankelijkheidspositie. Zij moeten zo snel mogelijk uit die situatie worden gehaald, dat staat voorop. Strafzaken zijn belangrijk, maar dan zitten we al aan het einde van de rit. Voordat het zover is, kan er al heel veel.’
‘Weten jongeren wel waar ze instappen?’
Daar hoort ook voorlichting op scholen bij. Over criminele uitbuiting, over grensoverschrijdend gedrag, over normen en waarden. ‘Er loopt binnen de politie een speciaal programma rondom dealende jeugd. Dan hebben we het niet meteen over criminele uitbuiting, maar jongeren laten zich wel verleiden tot criminele activiteiten. Bewustwording is daarbij echt belangrijk. Weten jongeren waar ze instappen? En waarom is dit voor sommige jongeren zo aantrekkelijk? Dat zijn vragen die we ons als samenleving moeten stellen.’
Criminele praktijken veranderen snel
Seks voor spullen? Politie ziet verschuivende moraal onder jongeren
Sander Lankester
Teamchef AVIM Politie Noord-Holland
Meer mankracht voor opsporing en duizenden politieagenten in het hele land die worden getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel.
Al die extra inzet en aandacht moet de komende jaren vruchten afwerpen, stelt Sander Lankester, teamchef van het AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) Noord-Holland en voorzitter van de landelijke vakgroep specialisten mensenhandel.
Het merendeel van de zaken die het AVIM onderzoekt gaat over seksuele uitbuiting. ‘Maar ook over criminele uitbuiting. Vaak complexe zaken omdat niet altijd duidelijk is, wie dader of slachtoffer is’, zegt Lankester. Het is volgens de teamchef daarom belangrijk dat agenten met burgercontacten nu allemaal getraind worden in het herkennen van signalen van mensenhandel. ‘Bij criminele uitbuiting – denk aan gedwongen winkeldiefstal of drugskoeriers – komt iemand vaak toch in eerste instantie als verdachte in beeld. Dan is het zaak om goed door te vragen.’
Lankester en zijn collega’s worden regelmatig geconfronteerd met een ‘verschuivende moraal’ onder jongeren. ‘Er komen bijvoorbeeld meldingen binnen over seksuele uitbuiting binnen criminele jeugdgroepen. Maar uit onderzoek bleek vervolgens dat er sprake was van ruilseks, een vreemde vorm van dienstverlening. Seks voor nieuwe spullen. De jongeren hadden daar zelf echter geen enkele moeite mee. Dat is lastig. Hebben we te maken met verschuivende normen en waarden? Wat is er dan strafbaar?’
Het artikel 273f dat mensenhandel strafbaar stelt, is het langste artikel in het Wetboek van Strafrecht en dat geeft meteen de complexiteit van de bestrijding aan. Het valt in de praktijk vaak voor het OM niet mee om een zaak rond te krijgen en daadwerkelijk mensenhandel te bewijzen. Ook het AVIM loopt daar tegenaan. ‘Dat roept de vraag op of het wetsartikel nog wel van deze tijd is. Is de omschrijving niet ouderwets? Een belangrijke discussie die volgens mij zeker gevoerd moet worden.’
Criminele praktijken veranderen snel, stelt de teamchef. ‘Vroeger zag je pooiers op de hoek van de straat rondhangen, nu speelt heel veel zich online af. Daar worden slachtoffers aangeboden. Het is daarmee diffuser en minder zichtbaar geworden. Ook opsporen moet veel meer online gebeuren.’
Resultaat
Lankester verwacht dat de extra mankracht en middelen – vorig jaar werd structureel tien miljoen extra uitgetrokken voor de opsporing van mensenhandel – resultaat zal opleveren. ‘Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor de prostitutiecontroles. 2020 is het overgangsjaar waarin wij als AVIM deze rol overdragen aan gemeenten. Voorheen deden wij dat, vanaf volgend jaar zijn gemeente in de lead.’ Een flinke opdracht voor gemeenten, beseft Lankester, maar hierdoor blijft bij AVIM meer ruimte over voor opsporing. ‘Deze actieve rol van gemeenten zorgt bovendien voor meer kennis en meer inzicht. We trainen gemeentelijke handhavers ook in het signaleren van mensenhandel.’
Hij ziet dat politie, gemeenten, organisaties als CoMensha en Veilig Thuis en andere ketenpartners elkaar regionaal steeds beter weten te vinden rondom het thema mensenhandel. ‘Meer dan ooit is duidelijk dat we dit samen moeten aanpakken. Ieder vanuit de eigen expertise uiteraard, maar we hebben elkaar wel nodig.’
‘Wij als AVIM zijn er uiteraard voor het opsporen van de daders, maar óók voor het veiligstellen van de slachtoffers. Mensenhandel is zo ernstig, het gaat vaak om kwetsbare slachtoffers in een afhankelijkheidspositie. Zij moeten zo snel mogelijk uit die situatie worden gehaald, dat staat voorop. Strafzaken zijn belangrijk, maar dan zitten we al aan het einde van de rit. Voordat het zover is, kan er al heel veel.’
Daar hoort ook voorlichting op scholen bij. Over criminele uitbuiting, over grensoverschrijdend gedrag, over normen en waarden. ‘Er loopt binnen de politie een speciaal programma rondom dealende jeugd. Dan hebben we het niet meteen over criminele uitbuiting, maar jongeren laten zich wel verleiden tot criminele activiteiten. Bewustwording is daarbij echt belangrijk. Weten jongeren waar ze instappen? En waarom is dit voor sommige jongeren zo aantrekkelijk? Dat zijn vragen die we ons als samenleving moeten stellen.’
Deel dit verhaal
Gerelateerde
content