Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar over de cruciale rol van gemeenten
Herman Bolhaar
Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen
‘Als een flinke groep jongeren onder de 24 jaar er een verdienmodel op nahoudt waarbij anderen ondergeschikt worden gemaakt en seksueel worden uitgebuit dan is dat verontrustend’, stelt Herman Bolhaar, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. ‘Wie zijn deze jongeren? Wie zijn de slachtoffers? Burgemeesters moeten zich deze vraag stellen.’
‘Het begint met de vraag: willen wij een uitbuitingsvrije gemeente zijn?’
Twintig jaar geleden is de eerste Nationaal Rapporteur door de Nederlandse regering aangesteld. Met de opdracht de aanpak van mensenhandel scherp te monitoren en alle partijen op een kritische manier wakker te houden. ‘En dat lukt zeker. Internationaal gezien zijn we zelfs voorloper in de aanpak van mensenhandel’, zegt Bolhaar, inmiddels de derde Nationaal Rapporteur.
Veel is er de afgelopen twintig jaar veranderd. De kennis over de verschillende vormen van uitbuiting is gegroeid, evenals het gevoel van urgentie en het aantal organisaties dat zich met mensenhandel bezighoudt. Corona heeft de afgelopen maanden de gordijnen nog verder opengetrokken, stelt Bolhaar. ‘Het besef dat uitbuiting in elke gemeente voorkomt, is er zeker. Het is nu tijd voor daden. Papier is geduldig, we moeten doorpakken.’
De rol van de gemeenten is daarbij cruciaal. ‘Mensenhandel blijft vaak een abstracte term, als we over mensen praten moeten we het concretiseren. Uitbuiting heeft zoveel gezichten. We moeten terug naar de hoek van de straat. Daar speelt het zich af. Over wie hebben we het? Wie zijn de slachtoffers? Burgemeesters moeten zich echt de vraag stellen: wie zijn de kwetsbare burgers in mijn stad? Willen wij een uitbuitingsvrije gemeente zijn?’
Die vraag is het volgens Bolhaar hét begin. ‘We zijn in Nederland in de gelukkige positie dat er voldoende partijen zijn die de burgemeester kunnen helpen om deze vraag te beantwoorden.’
De aanpak van mensenhandel is complex, weet de rapporteur. ‘Het is een enorme uitdaging. De kunst is om te professionaliseren, te verduurzamen, om goed samen te werken met al die partijen. De strijd tegen mensenhandel vraagt om volhardende deskundigheid.’ Ook de wetenschap is een belangrijke partner. Professionals in de praktijk moeten immers weten wat werkt en wat niet. Eerder pleitte de rapporteur al voor meer onderzoek naar recidive en achtergrond van de daders.
‘Daar zit nog wel een gat. Uit onze dadermonitor blijkt bijvoorbeeld dat een flink aantal jongeren onder de 24 jaar dader is. Dat is zeker ernstig, we hebben het niet over een winkeldiefstal. Wie zijn deze jongeren?’ De Nationaal Rapporteur wil in samenwerking met gemeenten een scherper beeld krijgen van dader- en slachtofferschap. ‘Die kennis is nodig om preventief te handelen. Ik geloof echt in vroegtijdig detecteren. Weten we wat er zich allemaal online afspeelt? Op scholen? Hebben we een beeld bij slachtoffers en de daders? Het misdadige systeem leert heel snel. Wij moeten bijblijven.’
Wie zijn deze daders?
Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar over de cruciale rol van gemeenten
Herman Bolhaar
Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen
‘Als een flinke groep jongeren onder de 24 jaar er een verdienmodel op nahoudt waarbij anderen ondergeschikt worden gemaakt en seksueel worden uitgebuit dan is dat verontrustend’, stelt Herman Bolhaar, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. ‘Wie zijn deze jongeren? Wie zijn de slachtoffers? Burgemeesters moeten zich deze vraag stellen.’
Twintig jaar geleden is de eerste Nationaal Rapporteur door de Nederlandse regering aangesteld. Met de opdracht de aanpak van mensenhandel scherp te monitoren en alle partijen op een kritische manier wakker te houden. ‘En dat lukt zeker. Internationaal gezien zijn we zelfs voorloper in de aanpak van mensenhandel’, zegt Bolhaar, inmiddels de derde Nationaal Rapporteur.
Veel is er de afgelopen twintig jaar veranderd. De kennis over de verschillende vormen van uitbuiting is gegroeid, evenals het gevoel van urgentie en het aantal organisaties dat zich met mensenhandel bezighoudt. Corona heeft de afgelopen maanden de gordijnen nog verder opengetrokken, stelt Bolhaar. ‘Het besef dat uitbuiting in elke gemeente voorkomt, is er zeker. Het is nu tijd voor daden. Papier is geduldig, we moeten doorpakken.’
De rol van de gemeenten is daarbij cruciaal. ‘Mensenhandel blijft vaak een abstracte term, als we over mensen praten moeten we het concretiseren. Uitbuiting heeft zoveel gezichten. We moeten terug naar de hoek van de straat. Daar speelt het zich af. Over wie hebben we het? Wie zijn de slachtoffers? Burgemeesters moeten zich echt de vraag stellen: wie zijn de kwetsbare burgers in mijn stad? Willen wij een uitbuitingsvrije gemeente zijn?’
Die vraag is het volgens Bolhaar hét begin. ‘We zijn in Nederland in de gelukkige positie dat er voldoende partijen zijn die de burgemeester kunnen helpen om deze vraag te beantwoorden.’
De aanpak van mensenhandel is complex, weet de rapporteur. ‘Het is een enorme uitdaging. De kunst is om te professionaliseren, te verduurzamen, om goed samen te werken met al die partijen. De strijd tegen mensenhandel vraagt om volhardende deskundigheid.’ Ook de wetenschap is een belangrijke partner. Professionals in de praktijk moeten immers weten wat werkt en wat niet. Eerder pleitte de rapporteur al voor meer onderzoek naar recidive en achtergrond van de daders.
‘Daar zit nog wel een gat. Uit onze dadermonitor blijkt bijvoorbeeld dat een flink aantal jongeren onder de 24 jaar dader is. Dat is zeker ernstig, we hebben het niet over een winkeldiefstal. Wie zijn deze jongeren?’ De Nationaal Rapporteur wil in samenwerking met gemeenten een scherper beeld krijgen van dader- en slachtofferschap. ‘Die kennis is nodig om preventief te handelen. Ik geloof echt in vroegtijdig detecteren. Weten we wat er zich allemaal online afspeelt? Op scholen? Hebben we een beeld bij slachtoffers en de daders? Het misdadige systeem leert heel snel. Wij moeten bijblijven.’
Deel dit verhaal
Gerelateerde
content