Meer capaciteit bij handhaving arbeidsuitbuiting nodig
Els Martens
Officier van justitie
‘Over slecht werkgeverschap moet een gevoel van urgentie ontstaan.’
De media stonden er eerder dit jaar bol van. Corona zet de kwetsbare positie van ruim 400.000 arbeidsmigranten in Nederland flink in de schijnwerpers. Arbeidsmigranten in de vleessector werden onder druk gezet om zelfs met klachten aan het werk te gaan. Het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer, legde in korte tijd allerlei misstanden bloot en kwam met verschillende aanbevelingen om arbeidsmigranten beter te beschermen.
Slaapplaats
Veel arbeidsmigranten, in allerlei branches, zijn zowel voor werk als voor hun slaapplaats afhankelijk van een uitzendbureau. ‘Die dubbele afhankelijkheid is een serieus knelpunt, waardoor mensen in een uitbuitingspositie terecht kunnen komen’, zegt officier van justitie Els Martens, portefeuillehouder mensenhandel bij het functioneel parket en ook lid van het Aanjaagteam.
Toch is het aantal zaken dat voor de rechter komt laag. ‘Arbeidsuitbuiting is een heel ernstig delict, waarbij echt sprake moet zijn van dwang, geweld of het misbruik maken van iemands kwetsbare positie. Dan praat je over moderne slavernij.’ Niet alle schrijnende situaties vallen daaronder. Uitbuiting is vaak lastig te bewijzen en bovendien zien slachtoffers zichzelf vaak niet als slachtoffer.
‘Het komt uiteindelijk neer op de vraag: wat is het ons waard?’
Maar het lage aantal zaken en veroordelingen voor arbeidsuitbuiting mag volgens de officier van justitie geen reden zijn om de andere kant op te kijken. ‘Slecht werkgeverschap is ook ernstig. Mensen die te veel uren maken, die honderd euro voor een matras per week moeten betalen. Daar moet een gevoel van urgentie over ontstaan. Daar kan nog veel actiever tegen worden opgetreden.’
Knelpunt
En dat is een ander knelpunt. Er zijn nogal wat toezichthouders en handhavers betrokken bij deze problematiek. Naast gemeentelijke handhavers ook de Inspectie SZW voor het toezicht op de werkvloer, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de GGD. Het advies van het aanjaagteam is om Veiligheidsregio’s het voortouw te laten nemen, en een regionale analyse te maken ‘op basis van beschikbare informatie van alle toezichthouders’. Voldoende capaciteit bij de handhaving – waar het nu nog weleens aan schort – is daarbij cruciaal, stelt Martens.
Om beter te kunnen opsporen en handhaven moet er volgens officier van justitie Martens meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland. Arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland wonen, kunnen zich sinds 2014 bij een van de 19 RNI-balies (Registratie Niet Ingezetene) inschrijven. Ze krijgen een BSN-nummer en een huisadres in het land van herkomst volstaat. Uitschrijven blijft meestal achterwege, met als gevolg dat niemand weet hoeveel arbeidsmigranten daadwerkelijk in Nederland wonen en werken.
Inzicht
‘Niemand heeft deze mensen in beeld’, zegt Martens. ‘Waar ze werken, verblijven en hoe ze behandeld worden. Voordat het RNI er was, konden gemeenten sneller zien dat er op een adres twintig mensen stonden ingeschreven, nu is dat totaal onduidelijk. Dat moet je echt ter plekke gaan controleren.’ Inmiddels werken verschillende ministeries en de Inspectie SZW aan een plan om de registratie van arbeidsmigranten te verbeteren. ‘Als OM juichen we dit van harte toe.’
Maar er is meer nodig om de situatie van arbeidsmigranten te veranderen, stelt Martens meteen. ‘Ik vergelijk het elke keer met een enorme kluwen wol. Met verschillende partijen moeten we tegelijkertijd aan een touwtje trekken om deze kluwen te ontwarren.’ Kortom: samenwerken en actie op allerlei terreinen is nodig.
Het is zeker niet de eerste keer dat de noodklok over de positie van arbeidsmigranten wordt geluid, weet Martens. ‘Er spelen verschillende belangen. Het komt uiteindelijk toch neer op de vraag: wat is het ons waard? Wie gaat dit betalen? Het kost nu eenmaal geld, als je de wereld fatsoenlijk wilt hebben.’
Arbeidsuitbuiting en slecht werkgeverschap
Meer capaciteit bij handhaving arbeidsuitbuiting nodig
Els Martens
Officier van justitie
‘Over slecht werkgeverschap moet een gevoel van urgentie ontstaan.’
De media stonden er eerder dit jaar bol van. Corona zet de kwetsbare positie van ruim 400.000 arbeidsmigranten in Nederland flink in de schijnwerpers. Arbeidsmigranten in de vleessector werden onder druk gezet om zelfs met klachten aan het werk te gaan. Het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer, legde in korte tijd allerlei misstanden bloot en kwam met verschillende aanbevelingen om arbeidsmigranten beter te beschermen.
Slaapplaats
Veel arbeidsmigranten, in allerlei branches, zijn zowel voor werk als voor hun slaapplaats afhankelijk van een uitzendbureau. ‘Die dubbele afhankelijkheid is een serieus knelpunt, waardoor mensen in een uitbuitingspositie terecht kunnen komen’, zegt officier van justitie Els Martens, portefeuillehouder mensenhandel bij het functioneel parket en ook lid van het Aanjaagteam.
Toch is het aantal zaken dat voor de rechter komt laag. ‘Arbeidsuitbuiting is een heel ernstig delict, waarbij echt sprake moet zijn van dwang, geweld of het misbruik maken van iemands kwetsbare positie. Dan praat je over moderne slavernij.’ Niet alle schrijnende situaties vallen daaronder. Uitbuiting is vaak lastig te bewijzen en bovendien zien slachtoffers zichzelf vaak niet als slachtoffer.
Maar het lage aantal zaken en veroordelingen voor arbeidsuitbuiting mag volgens de officier van justitie geen reden zijn om de andere kant op te kijken. ‘Slecht werkgeverschap is ook ernstig. Mensen die te veel uren maken, die honderd euro voor een matras per week moeten betalen. Daar moet een gevoel van urgentie over ontstaan. Daar kan nog veel actiever tegen worden opgetreden.’
Knelpunt
En dat is een ander knelpunt. Er zijn nogal wat toezichthouders en handhavers betrokken bij deze problematiek. Naast gemeentelijke handhavers ook de Inspectie SZW voor het toezicht op de werkvloer, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de GGD. Het advies van het aanjaagteam is om Veiligheidsregio’s het voortouw te laten nemen, en een regionale analyse te maken ‘op basis van beschikbare informatie van alle toezichthouders’. Voldoende capaciteit bij de handhaving – waar het nu nog weleens aan schort – is daarbij cruciaal, stelt Martens.
Om beter te kunnen opsporen en handhaven moet er volgens officier van justitie Martens meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland. Arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland wonen, kunnen zich sinds 2014 bij een van de 19 RNI-balies (Registratie Niet Ingezetene) inschrijven. Ze krijgen een BSN-nummer en een huisadres in het land van herkomst volstaat. Uitschrijven blijft meestal achterwege, met als gevolg dat niemand weet hoeveel arbeidsmigranten daadwerkelijk in Nederland wonen en werken.
Inzicht
‘Niemand heeft deze mensen in beeld’, zegt Martens. ‘Waar ze werken, verblijven en hoe ze behandeld worden. Voordat het RNI er was, konden gemeenten sneller zien dat er op een adres twintig mensen stonden ingeschreven, nu is dat totaal onduidelijk. Dat moet je echt ter plekke gaan controleren.’ Inmiddels werken verschillende ministeries en de Inspectie SZW aan een plan om de registratie van arbeidsmigranten te verbeteren. ‘Als OM juichen we dit van harte toe.’
Maar er is meer nodig om de situatie van arbeidsmigranten te veranderen, stelt Martens meteen. ‘Ik vergelijk het elke keer met een enorme kluwen wol. Met verschillende partijen moeten we tegelijkertijd aan een touwtje trekken om deze kluwen te ontwarren.’ Kortom: samenwerken en actie op allerlei terreinen is nodig.
Het is zeker niet de eerste keer dat de noodklok over de positie van arbeidsmigranten wordt geluid, weet Martens. ‘Er spelen verschillende belangen. Het komt uiteindelijk toch neer op de vraag: wat is het ons waard? Wie gaat dit betalen? Het kost nu eenmaal geld, als je de wereld fatsoenlijk wilt hebben.’
Deel dit verhaal
Gerelateerde
content